CONTACT
06-10667384 / e-mail
|
Spoor 3a
Teksten
met gitaarakkoorden
1. Spoor 3a
muziek en tekst: A. Paul Marselje, augustus 1969;
BUMA/STEMRA: 23-2-71; Intersong-Basart Publishing Group B.V.: 25-4-1972
4/4 capo 4e
positie
intro: [C]
[F] [Dm] [C]
1. [C] Ik zag je op een [C7] morgen
op het [F] Haarlemse stat[C]ion
als een oase in de [G]sfeer
die [G7]hangt op zo’n per[C]ron
Jij was je niets be[C7]wust
Je [F] keek niet eens naar [C] mij
De sneltrein naar Pa[G]rijs
reed [G7] denderend voor[C]bij
refrein: Je [C7]blonde haar leek [F]
schaduwzwart
tegen het [Dm]licht van de morgen[C]zon
't Was daar bij spoor 3[G]a
dat de [G7]dag pas goed be[C]gon
[C] [F] [Dm] [C]
2. Er stonden heel wat [C7]mensen
maar [F] jij stond daar al[C]leen
Je leek m'n mooiste [G] droom
maar [G7] jij keek langs me [C] heen
Ik stond daar dicht bij [C7]jou
dat [F]maakte me toen [C] blij
De sneltrein naar Pa[G]rijs
reed [G7] denderend voor[C]bij
refrein: Je [C7]blonde haar leek [F]
schaduwzwart
tegen het [Dm]licht van de morgen[C]zon
't Was daar bij spoor 3[G]a
dat de [G7]dag pas goed be[C]gon
[C] [F] [Dm] [C]
3. Je stapte in de[C7]zelfde trein
kwam [F] zelfs in m'n cou[C]pé
Ik voelde me ge[G]lukkig
al [G7] zei je blik ook [C] 'nee'
Al was er niets te [C7]zien
je [F] keek ver in de [C] lucht
Zo ging je onge[G]merkt
steeds [G7] voor me op de [C] vlucht
refrein: Je [C7]blonde haar leek [F]
schaduwzwart
tegen het [Dm]licht van de morgen[C]zon
't Was daar bij spoor 3[G]a
dat de [G7]dag pas goed be[C]gon
[C] [F] [Dm] [C]
Er stond een and're [C7]man
op het [F] Amsterdams Cen[C]traal
Je zag alleen maar [G]hem
M'n [G7] morgen werd toen [C] kaal
refrein: Je [C7]blonde haar leek [F]
schaduwzwart
tegen het [Dm]licht van de morgen[C]zon
't Was daar bij spoor 3[G]a
dat de [G7]dag pas goed be[C]gon
[C] [F]
[Dm] [C]
|
2. De winter is voorbij
(I need
you to turn to)
muziek en
tekst: Elton John / Bernie Taupin, subtekst: Paul Marselje; BUMA/STEMRA:
8-2-73; uitgever: Dick James Music Ltd. / Leeds Music Holland NV, 8-3-1972
3/4
intro: [Em] [D] [G] [Am]
[Am] [Em] [D] [Em] [Em]
1. Jij [Em] bent als een [D] schip
dat m'n [G] leven kan [Am] dragen
Jij bent de [Em] vrouw
waar ik [D] alles mee wil [Em] wagen
Ik [Em] zwierf door de [D] wereld
maar streek [G] hier eind’lijk [Am] neer
Jouw liefde heb ik [Em] nodig
en [D] angst ken ik niet [Em] meer
refrein: Dikwijls [G] vraag ik me [D] af
of je [G] ooit wel zult [D] weten
dat ik [G] enkel bij [Em] jou
al m'n [Am] zorg kan ver[D]geten
Ik [G] wil bij je [D]schuilen
dan is de [G] wereld van [D]mij
De [G] lente gaat weer [Em] komen
De [D] winter - is voor[Em]bij
[G] [D] [G]
[D]
[G] [Em] [Am] [D]
[G] [D] [G] [D]
[G] [Em] [D] [Em]
2. Jouw [Em] lach is als de [D] zomer
Je ver[G]drijft alle [Am] kou
In m'n slapeloze [Em] nachten
denk ik [D] enkel aan [Em] jou
Je bent [Em] in m'n ge[D]dachten
altijd [G] heel dicht bij [Am] mij
Je bent zacht, je bent [Em] stijlvol
M'n ver[D]vulling ben [Em] jij
refrein: Dikwijls [G] vraag ik me [D] af
of je [G] ooit wel zult [D] weten
dat ik [G] enkel bij [Em] jou
al m'n [Am] zorg kan ver[D]geten
Ik [G] wil bij je [D]schuilen
dan is de [G] wereld van [D]mij
De [G] lente gaat weer [Em] komen
De [D] winter - is voor[Em]bij
De [D] winter - is voor[Em]bij
|
3. De oude
profeet
muziek en tekst: A. Paul Marselje, maart 1971; BUMA/STEMRA:
(30-9-1971) Uitgever: Intersong Basart Publishing Group BV: 25-4-1972
3/4 capo 3e positie
intro: [G] [G] [G]
[G]
1. Een [G] oude man loopt
[C] dwalend door de [G] stad [G7] [C]
Hij is daar [D] heel alleen op [G] pad
Hij [G] draagt een pij, een [C] simpel zilv'ren [G] kruis [G7] [C]
Een zolder[D]woning is z'n [G] huis [Em] [C]
Het is al [D] herfst in Amster[G]dam
Die [G]oude man, hij [C] zingt over ge[G]loof [G7] [C]
maar Mokum is voor preken [G] doof
Ze [G] schreeuwen naar [C] hem: "Zeg ben jij [G] God?' [G7] [C]
De ouwe [D] zwijgt; hij kent z'n [G] lot: [C]
Het is al [D] herfst voor z’n ge[G]loof [G7]
refrein: Z'n
har[C]monium [D] zingt door de Jor[G]daan [G7] [C]
Z'n zolder [D] leeft nog in de [G] waan [G7] [C]
De glorie[D]jaren zijn nu [G] heen [Em] [C]
Ouwe pro[D]feet, je bent al[G]leen
2. Amsterdam, de [C]
zomer is voor[G]bij [G7] [C]
De smalle [D] straatjes zij aan [G] zij
Daar slentert hij -z'n [C] buren groeten loom- [G7] [C]
De ziende [D] blinde in z’n [G] droom [Em] [C]
Hij gaat nog [D] voor geen mens [G] opzij
Z'n stap sleept door z'n trapportaal [G7] [C]
Het ouwe [D] huis is vies en [G] vaal
Hij zegent er vol [C] ritueel z'n brood [G7] [C]
de nieuwe [D] dag die God hem [G] bood [Em] [C]
Hij voelt de [D] schaduw van z’n [G] dood [G7]
refrein: Z'n
har[C]monium [D] zingt door de Jor[G]daan [G7] [C]
Z'n zolder [D] leeft nog in de [G] waan [G7] [C]
De glorie[D]jaren zijn nu [G] heen [Em] [C]
Ouwe pro[D]feet, je bent al[G]leen [G7]
3. Z'n stem zingt [D]
nog vol goeder[G]trouw [Em] [C]
al biedt z'n [D] wereld hem slechts [G] kou [Em] [C]
en schreeuwen de [D] straten: "Ouwe [G] dwaas!" [Em] [C]
Hij blijft z'n [D] zelfbeheersing [G] baas [G7]
Amsterdam, de [D] zomer is voor[G]bij [Em] [C]
Hij wandelt [D] in z'n zwarte [G] pij [Em] [C]
met op z'n borst dat [D] zilveren[G] kruis [Em] [C]
Dan zoekt hij [D] vrede in z’n [G] huis [G7]
refrein: Z'n
har[C]monium [D] zingt door de Jor[G]daan [G7] [C]
Z'n zolder [D] leeft nog in de [G] waan [G7] [C]
De glorie[D]jaren zijn nu [G] heen [Em] [C]
Ouwe pro[D]feet, je bent al[G]leen
|
4. Uur na uur
(To
everything there is a season / Turn, turn, turn)
muziek en tekst: Pete
Seeger; subtekst: Paul Marselje, april 1971; uitgever: Melody Trails Inc. /
Essex Holland BV, 1972
4/4
intro: [F] [G] [F] [G] [C]
refrein: Voor
alle [Em] dingen, [F] uur [C] na [G] uur [C]
is er een [Em] tijd, [F] uur [C] na [G] uur [F]
Er is een [G] tijd voor alle [G7] dingen
onder de [C] hemel
1. Een
tijd van [G] leven, een tijd van [C] sterven
Een tijd van [G] geven of van ver[C]werven
Een tijd tijd van [G] ziekte, een tijd van ge[C]nezen
Een tijd van [F] lachen, of in [G] tranen te [C]wezen
refrein: Voor alle [Em] dingen, [F] uur [C] na [G] uur [C]
is er een [Em] tijd, [F] uur [C] na [G] uur [F]
Er is een [G] tijd voor alle [G7] dingen
onder de [C]
hemel
2. Een
tijd van [G] afkeer, een tijd van ver[C]langen
Een tijd van ver[G]liezen of weer aan te [C] vangen
Een tijd van [G] lenen, een tijd van ver[C]kopen
Een tijd om [F] samen, of [G] om alleen te [C] lopen
refrein: Voor alle [Em] dingen, [F] uur [C] na [G] uur [C]
is er een [Em] tijd, [F] uur [C] na [G] uur [F]
Er is een [G] tijd voor alle [G7] dingen
onder de [C]
hemel
3. Een
tijd van [G] varen naar vreemde [C] standen
Een tijd van [G] weerzien in vreemde [C] landen
Een tijd om te [G] doen wat de anderen [C] lieten
Een tijd om [F] rustig van [G] alles te ge[C]nieten
refrein: Voor alle [Em] dingen, [F] uur [C] na [G] uur [C]
is er een [Em] tijd, [F] uur [C] na [G] uur [F]
Er is een [G] tijd voor alle [G7] dingen
onder de [C]
hemel
4. Een
tijd van [G] schreeuwen, een tijd van [C] zwijgen
Een tijd van [G] geven, een tijd van [C] krijgen
Een tijd van [G] liefde, een tijd van [C] haat
Een tijd van [F] vrede, het [G] is nog niet te [C] laat
refrein: Voor alle [Em] dingen, [F] uur [C] na [G] uur [C]
is er een [Em] tijd, [F] uur [C] na [G] uur [F]
Er is een [G] tijd voor alle [G7] dingen
onder de [C]
hemel [C7] [F]
Er is een [G]
tijd voor alle [G7] dingen
onder de [F]
he[C]mel
|
5. Weet je nog,
Suzan
muziek en tekst: Han
Wellerdieck; 1e geauthoriseerde bewerking: I. I. Bruggen; 2e bewerking: A.
Paul Marselje, januari 1972; uitgave: Intersong Basart Publishing Group BV
4/4
capo 3e positie
intro: [D] [G]
[A] [D] [D] [D]
1. Ik [D] weet nog
goed, Su[G]zan
dat [A] wij nog kinderen [D] waren
toen [D] zaten wij, Su[G]zan
el[A]kaar vaak in de [D] haren
Ik [D7]zag jou laatst, Suzan
toen [G] leek dat lang ge[D]leden
't Was een lange reis, Su[G]zan
van die [G7] dagen naar het [D] heden
2. Ik [D] weet nog
goed, Su[G]zan
dat [A] wij ons zakgeld [D] deelden
In die [D] kleine straat, Su[G]zan
waar [A] wij toen samen [D] speelden
En [D7] weet je nog, Suzan
we [G] trouwden alle [D] dagen
We [D] hielden van el[G]kaar
We [Gm] hoefden niets te [D] vragen [D7]
refrein: De
[G] tijd ging voorbij
onge[D]merkt, haast zonder [D7] schok
Ik werd [G] ouder, net als [Em] jij
en de [E7] kindertijd hield [A] op
3. Ik [D] weet nog
goed, Su[G]zan
dat [A] jij soms stond te [D] huilen
En weet je nog, Su[G]zan
dan[A] mocht je bij me [D] schuilen
Ik [D7] zag jou laatst, Suzan
toen [G] leek dat lang [D] geleden
't Was een lange reis, Su[G]zan
van die [Gm] dagen naar het [D] heden [D7]
refrein: De
[G] tijd ging voorbij
onge[D]merkt, haast zonder [D7] schok
Ik werd [G] ouder, net als [Em] jij
en de [E7] kindertijd hield [A] op [D7]
4. Ik [D] weet nog
goed, Su[G]zan
dat [A] wij nog kinderen [D] waren
toen [D] zaten wij, Su[G]zan
el[A]kaar vaak in de [D] haren
Nu [D7] zijn we groot, Suzan
en ik [G] leef m'n eigen [D] leven
Maar ik denk vaak, Su[G]zan:
Was [D] ik [-] maar kind ge[G]ble[D]ven
|
6. Ga zitten,
jonge vreemde
(Sit down, young stranger)
muziek en tekst: Gordon
Lightfoot, geautoriseerde subtekst: A. Paul Marselje, juni 1971; uitgevers:
Early Morning Music - Intersong Basart Publishing Group B.V. / April Music
Holland N.V. autorisaties: 25 mei 1972 / 26 april 1973; BUMA/STEMRA
8-2-1973
3/4
intro: [C] [C] [C] [C]
1. Ik [C] sta
weer voor hun deur
we [F] kijken naar el[C] kaar
maar [F] alles is on[C]wennig
z'n stem, die blik van [G] haar
M'n [C] vader vraagt en vraagt
er is [F] twijfel in z'n [C] stem
M'n [F] moeder houdt me [C] vast
ze luistert niet naar [G] hem
Jij [C] zwierf door heel de wereld
een [F] wereld onbe[C]kend
Ga [F] zitten jonge [C]vreemde
en zeg ons wie je [G] bent
De [C] kamer moet vertrouwd zijn
maar [F] toch ben ik al[C]leen
Ga [F] zitten jonge [C]vreemde
en [G] zeg waar ging je [C] heen
2. Ik [C] liep tussen de bergen
en [F] reisde langs de [C]
zee
Ik [F] hoorde ide[C]alen
en nam de mijne [G] mee
De [C] liefde gaf ik vluchtig
en [F] kreeg ik ook zo [C]
t'rug
De [F] dagen waren [F] eenzaam
en langzaam ging het [G] vlug
De [C] warmte van de vreugde
gaf [F] grond aan m'n ver[C]driet
Ik [F] zocht en heb ge[C]vonden
maar vinden deed ik [G] niet
Ik [C] at wat ik verdiende
en [F] heb m'n brood ge[C]deeld
De [F] dromen die ik [C] droomde
die hebben nooit ver[G]veeld
[C] [C] [F] [C]
[F] [C] [G] [C]
modulatie naar: [D] [D]
3. En[D] moeders blik wordt wazig
haar [G] handen beven [D] zacht
Ze [G] hoort haar eigen [D]
zoon niet
z'n machteloze [A] klacht
En [D] vaders zelfde vragen
zijn [G] grijzer dan
z'n [D] haar
Ga [G] zitten, jonge [D]
vreemde
hoe speelde jij dat [A] klaar?
Hij [D] zal het niet
begrijpen
hij [G] zal het niet
ver[D]staan
Wat [G] leeft er in de [D]
wereld
waar komt het kwaad van[A]daan?
Heeft [D] oorlog ooit een
reden
wat [G] leidt er tot
ge[D]weld?
Ga [G] zitten, jonge [D]
vreemde
je [A] hebt nog niets ver[D]teld
4. Het [D]
antwoord wordt vergeten
al [G] wordt het
vaak ge[D]zegd
Ge[G]loof en hoop en [D]
liefde
die maken 't kromme [A] recht
Ook [D] Jezus had een reden
al [G] werd hij niet
ver[D]staan:
Doe [G] goed aan ied're [D]
naaste
maar is dat ooit ge[A]daan?
Er [D] zijn wel generaties
maar [G] zonder jong
of [D] oud
Het [G] ijs wordt toch weer [D]
water
maar goud blijft altijd [A] goud
Er is [D]sneeuw in
januari
er is [G] bloesem in
de [D] mei
De [G] jaren die ver[D]strijken
maar niets gaat echt voor[A]bij
Ga [G] zitten, jonge [D]
vreemde
maar [A] geldt dat wel voor [D] mij?
|
7. Nachtvogels
muziek: A. Paul Marselje,
juli 1969, tekst: Bert C. Sliggers jr; uitgever: Intersong-Basart
Publishing Group B.V., 25 april 1972 BUMA/STEMRA: 03-02-71
4/4
capo 3e positie
intro: [C] [G] [F] [C]
1. De [C] avond was
geen [G] avond meer
De [F] maan werd plots' een [C] zon
en de [C] sterren stierven [G] langzaam weg
alsof de dag be[C]gon
2. Maar [C] niemand
scheen het te [G] merken
want gor[F]dijnen bleven [C] dicht
alleen de [C] bloemen gingen [G] open
van dat [F] wonderlijke [C]licht
refrein: En op
de [C] golven van mu[G]ziek
uit de [F] roosters van [C] riolen
kwamen [C] vogels aange[G]vlogen
die zich [F] in jouw haar ver[C]scholen
3. Toen moest ik [C]
afscheid van je [G] nemen
van jouw[F] handen en je [C] mond
Ik sta nu [C] nog verbaasd te [G] staren
naar de[F] plek waar jij net [C] stond
refrein: En op
de [C] golven van mu[G]ziek
uit de [F] roosters van [C] riolen
kwamen [C] vogels aange[G]vlogen
die zich [F] in jouw haar ver[C]scholen
4. De dag is[C] snel
weer nacht ge[G]worden
De [F] zon werd weer een [C] maan
Ik dank je [C] voor het onbe[G]kende
Ik [F] dank je dat ik mee mocht [C] gaan
refrein: En op
de [C] golven van mu[G]ziek
uit de [F] roosters van [C] riolen
kwamen [C] vogels aange[G]vlogen
die zich [F] in jouw haar ver[C]scholen
|
8. Voor m'n
zoon
muziek en tekst: A. Paul
Marselje, januari 1971; BUMA/STEMRA: 14-10-1971 uitgever: Intersong Basart
Publishing Group B.V.: 25 april 1972
4/4
intro: [D] [D] [D] [D]
1. Hoe zal ik je [D] zeggen,
m'n zoon
dat ik [G] vogels hoorde [A]
fluiten
zelfs al [G] regen joeg daar[A]buiten
Hoe zal ik het je [D] zeggen,
m'n zoon?
Hoe zal ik je [D] zeggen. m’n
zoon
dat ook [G] mij eens vleugels
[A] droegen
Hoe de [G] winden me toen [A]
joegen?
Dromen gaat voor[D]bij, m’n
zoon
Hoe zal ik je [D] zeggen m’n
zoon
dat ik [G] ook niet hield van
[A] leren?
'k Had een [G] hekel aan
stu[A]deren
Je kansen gaan voor[D]bij, m’n
zoon
2. Hoe zal ik het [D] zeggen
m'n zoon
dat ik [G] ook eens handen [A]
streelde
en ge[G]noot van alle [A]
weelde
die de liefde [D]geeft m'n
zoon?
Hoe zal ik je [D] zeggen, m’n
zoon
dat j[G] niemand mag
ge[A]loven
dat je [G] steeds weer wordt
be[A]drogen?
Pas goed op je[D]zelf m’n zoon
modulatie naar: [E]
3. Hoe zal ik je [E] zeggen,
m'n zoon
dat m'n [A] handen wapens [B7]
torsten
Ik [A] wist dat ik bloed
ver[B7]morste
een schuld die me nog [E]
kwelt, m’n zoon
Hoe zal ik je [E] zeggen, m’n
zoon
wat het [A] leven je kan [B7]
leren
dat het [A] dwaas is te
be[B7]geren?
Ik heb het fout ge[E]daan, m’n
zoon
4. Hoe zal ik je dat [E]
zeggen, m’n zoon
als een [A] vader, die jij
[B7] achtte?
Ik [A] weet wat me dan [B7]
wachtte:
Ik ben ook iemands [E] kind,
m’n zoon [A]
Je zou me niet ge[E]loven, m’n
zoon [A]
Je zou me niet ge[E]loven, m'n
zoon [B7]
Je zou me [-] niet ge[E]loven, m'n zoon
|
9. Dans een
dans
(Vandaag)
muziek en tekst: A. Paul
Marselje, april 1971; BUMA/STEMRA: als 'Vandaag' 30-9-1971, als 'Dans een
dans' 8-2-1973; Uitgever: Intersong Basart Publishing Group BV: 18-4-1972
4/4 slag
intro: [G] [C] [G] [C] [G]
[C] [G] [C] [C] [C]
1. De [C] dagen zijn
gegaan vol stille [Em] dromen
De [F] toekomst is nog ver en lijkt me [C] grauw
Elk [C] mens moet steeds als zekerheid [Em] aanvaarden
dat [F] dromen al verwaaien bij de [G] dauw
M'n [Am] lief, geluk is overal te [Dm] vinden
ook al [G] stel je in dit leven vraag na [C] vraag
Je [Am] moet een snoer van dromen voor me [Dm] rijgen
Een [F] snoer van dromen enkel voor van[G]daag
refrein: Dans
een [Em] dans met mij door hemelhoge [Am] parken
en ver[F]geet al wat de toekomst je be[G]looft
Al [Em] zullen onze uren eens ver[Am]strijken
ons ge[F]luk is als een vuur dat nooit meer [G] dooft
een vuur dat nooit meer [C] dooft
2. De [C] wereld biedt
ons echt geen presen[Em]teerblad
met een [F] schaal vol blonde fonkelende [C] wijn
We [C] moeten saam' ons eigen leven [Em] maken
In dat [F] leven wil ik heel dicht bij je [G] zijn
Er zijn nog [Am] landen die geen mens ge[Dm]zien heeft
Er zijn nog [G] bergen die geen mens be[C]klom
Er zijn nog [Am] uren die ik niet ge[Dm]kend heb
Dus [F] smeek ik je vandaag m'n liefste: [G] kom!
refrein: Dans
een [Em] dans met mij door hemelhoge [Am] parken
en ver[F]geet al wat de toekomst je be[G]looft
Al [Em] zullen onze uren eens ver[Am]strijken
ons ge[F]luk is als een vuur dat nooit meer [G] dooft
een vuur dat nooit meer [C] dooft
3. Je [C] ogen spreken,
maar je mond blijft [Em] zwijgen
Schreeuw de [F] wereld vol zover je blik maar [C] reikt
M'n [C] huis wacht op je vol met rode [Em] rozen
M'n lief kom [F] snel, want onze tijd ver[G]strijkt
De [Am] straten zijn vol zwart geklede [Dm] mensen
Be[G]loof me daar met mij in 't wit te [C] gaan
M'n [Am] hoofd zit barstensvol met dit soort [Dm] wensen
Die [F] deel ik nu alleen met jou voor[G]taan
refrein: Dans
een [Em] dans met mij door hemelhoge [Am] parken
en ver[F]geet al wat de toekomst je be[G]looft
Al [Em] zullen onze uren eens ver[Am]strijken
ons ge[F]luk is als een vuur dat nooit meer [G] dooft
een vuur dat nooit meer [C] dooft
een [G] vuur dat nooit meer
dooft (5x)
|
10. Met God op mijn hand
(With
God on our side)
muziek en tekst: Bob Dylan
(Robert Zimmerman); geautoriseerde subtekst: A. Paul Marselje; uitgever: M.
Witmark & Sons / Les Editions Internationales Basart N.V.: 8 maart 1972
3/4 slag capo 2e positie
intro: [G] [G] [G]
[C] [G] [G] [G]
1. M'n [G] naam is als [C] an[G]d'ren. 'k Ben
niet [D] jong en niet [G] oud
Men tracht me te leren, men [C] maakt me vert[G]rouwd
met [G] regels en normen, de [C] wet van het [G] land
want het [G] land van m'n [C] va[G]d'ren, heeft [D] God op z'n [G]
hand
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
2. De ge[G]schiedenis[C]boeken
vertelden me [G] vroeg
hoe een Geus of een Spanjaard zich vroeger ge[G]droeg
Ze vochten als leeuwen, oog om [C] oog, tand om [G] tand
Dachten beiden te [C] vech[G]ten met [D] God op hun [G] hand
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
3. Toen vervloekten we Roomsen
en [C] banden ze [G] uit
Vernielden 't verleden en [C] naar het ver[G]luid
uit angst ook hun beelden, hun [C] kruis aan de [G] wand
want alleen prote[C]stan[G]ten, hadden [D] God op hun [G] hand
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
4. Nog vers zijn de wonden van
[C] nazi en [G] jood
Vietnam en Noord-Ierland, het [C] slagveld is [G] groot
Terreur menigvuldig, als het [C] zand op het [G] strand
En men denkt steeds te[C] moor[G]den, met [D] God op z'n [G] hand
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
5. Het wapen van morgen
ver[C]nietigd nog [G] meer
We worden steeds knapper, waar[C]achtig: ik [G] leer
het nog eens te begrijpen, dat de [C] aarde ver[G]brand
door de grootste ge[C]leer[G]de, met [D] God op z'n [G] hand
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
6. En ook Judas Iscariot had
een [C] vriend moeten [G] zijn
Toen hij Jezus verraadde bleek die [C] vriendschap slechts [G]
schijn
Ik blijf mezelf vragen, met m'n [C] nuchter ver[G]stand:
Had die Judas Is[C]ca[G]riot nou ook [D] God op z'n [G] hand?
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
7. Ik dwaal door het leven,
zonder [C] dat ik ver[G]geet
Wat ik, ondanks m'n twijfel, met [C] zekerheid [G] weet:
dat in een wereld, met [C] God op z'n [G] hand
tot het einde der [C] da[G]gen nooit meer [D] oor[-]log ont[G]brand
[C] [G] [D] [G] [G] [G]
|
11. De oude man
(The
Streets of London)
muziek en tekst: Ralph
McTell; geautoriseerde subtekst: A. Paul Marselje, 1972; BUMA / STEMRA:
8-2-73; Uitgever: Essex Music Ltd
3/4
capo 3e positie
intro: [C] [G] [Am] [Em]
[F] [C] [G7] [C]
1. [C] Zag je ooit die
[G] oude man
in de [Am] Amsterdamse [Em]
straten
[F] die zichzelf maar [C] wijsmaakt
dat hij [D] wandelt naar z'n
[G] huis
Dat [C] huis dat nooit be[G]staan zal,
waar[Am]heen hij ook niet [Em] gaan zal
Wie [F] zal er op hem [C] wachten?
Waar [G] vindt hij ooit een [C] thuis?
refrein: [F] Hoe
kan je [Em] zeggen,
dat je [C] een[Em]zaam [Am]
bent [G] [D]
en dat voor jou de zon niet [G] schijnt? [G7]
Ik [C] neem je bij je [G] hand
We gaan door [Am] Amsterdamse [Em] straten
waar[F]na, dat weet ik [C] zeker
al je [G] eenzaamheid ver[C]dwijnt
[C] [G] [Am] [Em]
[F] [C] [G7] [C]
2. [C]
In het bruine [G] nachtcafé
het [Am] is
kwart over [Em] enen -
[F] zit die ouwe [C] man
aan een [D]
tafeltje al[G]leen
Hij [C] denkt over z'n [G] leven.
Wat [Am] zal het hem nog [Em]
geven?
Zo [F] zit ie daar te [C] turen,
dan [G] gaat hij weg.
Waar[C]heen?
refrein:
[F] Hoe kan je [Em] zeggen,
dat je [C]
een[Em]zaam [Am] bent [G] [D]
en dat voor jou de zon niet [G] schijnt? [G7]
Ik [C] neem je bij je [G] hand
We gaan door [Am] Amsterdamse [Em] straten
waar[F]na, dat weet ik [C] zeker
al je [G] eenzaamheid ver[C]dwijnt
[C] [G] [Am] [Em]
[F] [C] [G7]
[C]
3. [C]
Zag je ooit die [G] oude man
in de [Am] Amsterdamse
[Em] avond
en [F] zag je ook die [C] lintjes
op z'n [D]
afgedragen [G] jas?
Hij [C] leeft in het ver[G]leden.
Wat [Am] heeft hij aan het [Em]
heden?
Hij [F] ziet zichzelf als [C] held
in de [G] spiegel van een [C]
plas
refrein:
[F] Hoe kan je [Em] zeggen,
dat je [C]
een[Em]zaam [Am] bent [G] [D]
en dat voor jou de zon niet [G] schijnt? [G7]
Ik [C] neem je bij je [G] hand
We gaan door [Am] Amsterdamse [Em] straten
waar[F]na, dat weet ik [C] zeker
al je [G] eenzaamheid ver[C]dwijnt
refrein:
[F] Hoe kan je [Em] zeggen,
dat je [C] een[Em]zaam [Am]
bent [G] [D]
en dat voor jou de zon niet
[G] schijnt? [G7]
Ik [C] neem je bij je [G] hand
We gaan door [Am] Amsterdamse
[Em] straten
waar[F]na, dat weet ik [C]
zeker
al je [G] eenzaamheid
ver[F-C]dwijnt
|
12. Een tijd om
weg te gaan
muziek en
tekst: A. Paul Marselje, october 1971; BUMA/STEMRA: 04-01-72, uitgever:
Intersong Basart Publishing Group B.V. 25-4-1972
4/4 slag
intro: [Am] [Am] [Am] [Am]
1. De
[Am] toekomst, die je geeft aan mij,
maakt [Dm] mij van m'n verleden vrij
met [G] jou ben ik pas [C] opgestaan,
om [E] weg te gaan en [Am] door te gaan
En [Am] al wat ons eens bezig hield,
dat [Dm] wat ons altijd tegenhield
dat [G] is voorgoed ver[C]leden tijd,
want [E] het is tijd, de [Am] hoogste tijd
refrein:
Om [C] weg te gaan, hier ver vandaan
en [F] door te gaan, steeds door te gaan
Ons [C] domme zwijgen [E] is voorbij
De toekomst is van jou en [Am] mij
2. Ons
[Am] leven krijgt een nieuwe zin.
Al [Dm] wat ik doe en nu begin
dat [G] blijft voor ons in [C] eeuwigheid,
jouw [E] eeuwigheid, mijn [Am] eeuwigheid
We [Am] lopen in het morgenlicht.
[Dm] Iedere klank wordt een gedicht
[G] Iedere klank een [C] woord voor jou,
een [E] lied voor jou een [Am] vraag aan jou
refrein:
Om [C] weg te gaan, hier ver vandaan
en [F] door te gaan, steeds door te gaan
Ons [C] domme zwijgen [E] is voorbij
De toekomst is van jou en [Am] mij
3. Al
[Am] wat ik zocht dat bracht je mij
en [Dm] altijd kwam je dichterbij
Ver[G]stand brengt niemand [C] liefde langs;
van[E]daag bracht jij m'n morgen [Am] langs
Want [Am]
morgen, is ons toekomstbeeld.
Al [Dm] wat eens was lijkt nu vergeeld
in't [G] licht van deze [C] nieuwe tijd,
want [E] het is tijd, de [Am] hoogste tijd
refrein:
Om [C] weg te gaan, hier ver vandaan
en [F] door te gaan, steeds door te gaan
Ons [C] domme zwijgen [E] is voorbij
De toekomst is van jou en [Am] mij
refrein:
Om [C] weg te gaan, hier ver vandaan
en [F] door te gaan, steeds door te gaan
Ons [C] domme zwijgen [E] is voorbij
De toekomst is [-] van jou en [Am] mij
|
|