CONTACT
06-10667384 / e-mail
.
|
Spoor 3a
achtergronden, teksten
Spoor 3a werd door
Paul Marselje in de tweede helft van 1972 opgenomen in de Phonogramstudio's
in het Gooi, onder leiding van Jacky Bulterman en Gerrit den Braber. Het
orkest, met veel strijkers, stond ook onder leiding van Jacky Bulterman.
Van de LP werd één
single getrokken. Aan de ene kant stond 'Dans een dans', aan de andere kant
'De oude man'. Ondanks aanhoudende verzoeken van vooral Radio Noordzee-, maar
ook een aantal Radio Veronica-diskjockeys kwam 'Spoor 3a' niet op single uit.
Spoor 3a kwam als
LP uit in 1973 en opnieuw in 1978. Sinds 2004 is het album als CD
verkrijgbaar.
met orkest, Philips - 64 13 043
als CD leverbaar; LP niet meer leverbaar; cassette niet meer leverbaar
1973 LP, 2004 CD, foto: Frits v. Swol
|
1973 single
|
1978 LP, tekening Han
Bruinenberg
|
2007 CD
|
1. Spoor 3a
muziek en
tekst: A. Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, augustus 1969
BUMA/STEMRA, 23-2-71
Intersong-Basart Publishing Group B.V., 25-4-1972
Geschreven nadat
met collega André Koers een weddenschap was aangegaan. Paul en André
stonden samen op Spoor 3a en keken naar het meisje. André zei dat het niet
mogelijk was over dit meisje, waarmee nooit was gesproken, een heel liedje
te schrijven. Paul dacht van wel. Paul won de weddenschap en kort daarna
ook de 'Tour de Troubadour, een Haarlemse talentenjacht in de Haarlemse
Vishal, met dit liedje.
Gerrit den
Braber vond het liedje niet goed genoeg voor de LP, samen met
'Fictievrouwtje’. Hij wilde er twee andere nummers op hebben. besloten werd
dat ieder één liedje zou uitkiezen uit de vier overgebleven nummers. Paul
koos 'Spoor 3a'. Achteraf was de commerciële afdeling van Phonogram het
daar roerend mee eens, waarna de LP zelfs 'Spoor 3a' ging heten.
|
1. Ik zag je op
een morgen
op het Haarlemse station
als een oase in de sfeer
die hangt op zo'n perron
Jij was je niets bewust
Je keek niet eens naar mij
De sneltrein naar Parijs
reed denderend voorbij
refrein: Je blonde haar leek schaduwzwart
tegen het licht van de morgenzon
't Was daar bij spoor 3a
dat de dag pas goed begon
2. Er stonden
heel wat mensen
maar jij stond daar alleen
Je leek m'n mooiste droom
maar jij keek langs me heen
Ik stond daar dicht bij jou
dat maakte me toen blij
De sneltrein naar Parijs
reed denderend voorbij
+refrein
3. Je stapte in
dezelfde trein
kwam zelfs in m'n coupé
Ik voelde me gelukkig
al zei je blik ook 'nee'
Al was er niets te zien
je keek ver in de lucht
Zo ging je ongemerkt
steeds voor me op de vlucht
+refrein
4. Er stond een
and're man
op het Amsterdams Centraal
Je zag alleen maar hem
M'n morgen werd toen kaal
+refrein
|
2. De winter is voorbij
(I need
you to turn to)
muziek en
tekst:Elton John / Bernie Taupin, subtekst: Paul Marselje, Haarlem
Indischestraat, mei 1971
BUMA/STEMRA (8-2-73) uitgever: Dick James Music
Ltd. / Leeds Music Holland NV, 8-3-1972
Gek genoeg was Paul Marselje nooit vreselijk
geïnteresseerd in liedjes van Elton John. Dat kwam pas toen hij bij
Phonogram een overgebleven LP (Ýour song') cadeau kreeg. Op die LP stond
dit nummer. De uitvoering van de Nederlandse zanger Euson overtuigde hem
ervan, dat hij het moest vertalen.
Phonogram
vond, dat er een aantal vertalingen op een eerste LP moest staan, om
duidelijk te maken wat voor soort artiest iemand is. Er moest iets te
herkennen zijn.
|
1. Jij bent als
een schip
dat m'n leven kan dragen
Jij bent de vrouw
waar ik alles mee wil wagen
Ik zwierf door de wereld
maar streek hier eindelijk neer
Jouw liefde heb ik nodig
en angst ken ik niet meer
refrein: Dikwijls vraag ik me af
of je ooit wel zult weten
dat ik enkel bij jou
al m'n zorg kan vergeten
Ik wil bij je schuilen
dan is de wereld van mij
De lente gaat weer komen
De winter - is voorbij
2. Jouw lach is
als de zomer
Je verdrijft alle kou
In m'n slapeloze nachten
denk ik enkel aan jou
Je bent in m'n gedachten
altijd heel dicht bij mij
Je bent zacht, je bent stijlvol
M'n vervulling ben jij
+refrein
De winter - is
voorbij
|
3. De oude
profeet
muziek en tekst:
A. Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, maart 1971
BUMA/STEMRA:
(30-9-1971) Uitgever: Intersong Basart Publishing Group BV: 25-4-1972
De oude
profeet ooit bezoeker van een optreden van Paul Marselje in de Haarlemse
Waagtaveerne. Paul is op bezoek geweest bij de man op zijn zoldertje boven
Oud-Amsterdam. Het was zeker geen ideaal mens, maar daar ging het Paul ook
niet om bij het schrijven van dit liedje. Wat Paul wel bewoog was zijn
afkeer van de intolerantie, die de oude man op straat soms tegenkwam.
Later, na het
uitkomen van de LP, kwam Paul er achter dat Gerardus Johannes Zwertbroek
ooit de VARA had opgericht, maar vlak na het begin van de Duitse bezetting
van Nederland vol overgave de leiding had genomen van de Nederlandse
radio-uitzendingen onder Duitse leiding. Zwertbroek werd een fanatiek
nationaal-socialist en is daarvoor na de oorlog veroordeeld.
Hij bekeerde
zich later tot zijn eigen oosters-orthodoxe geloofsleer. Op zijn zolder was
een fraaie kapel, met zes zitplaatsen en veel iconen. Achter de kapel was
een grote verzameling filosofische, religieuze en esoterische boeken.
Tussen dat alles stond het harmonium, uit het liedje.
tekening Paul Marselje, 1971
|
1. Een oude man loopt dwalend door de stad
Hij is daar heel alleen op pad
Hij draagt een
pij, een simpel zilv'ren kruis
Een zolderwoning is z'n huis
Het is al herfst in Amsterdam
Die oude man, hij zingt over geloof
maar Mokum is voor preken doof
Ze schreeuwen naar hem: "Zeg ben jij God?'
De ouwe zwijgt; hij kent z'n lot:
Het is al herfst voor z’n geloof
refrein: Z'n
harmonium zingt door de Jordaan
Z'n zolder leeft nog in de waan
De gloriejaren zijn nu heen
Ouwe profeet, je bent alleen
2. Amsterdam, de
zomer is voorbij
De smalle straatjes zij aan zij
Daar slentert hij _z'n buren groeten loom_
De ziende blinde in z'n droom
Hij gaat nog voor geen mens opzij
Z'n stap sleept door z'n trapportaal
Het ouwe huis is vies en vaal
Hij zegent er vol ritueel z'n brood
de nieuwe dag die God hem bood
Hij voelt de schaduw van z’n dood
+refrein:
3. Z'n stem
zingt nog vol goedertrouw
al biedt z'n wereld hem slechts kou
en schreeuwen de straten: "Ouwe dwaas!"
Hij blijft z'n zelfbeheersing baas
Amsterdam, de zomer is voorbij
Hij wandelt in z'n zwarte pij
met op z'n borst dat zilveren kruis
Dan zoekt hij vrede in z’n huis
+refrein:
|
4. Uur na uur
(To
everything there is a season /
Turn, turn, turn)
muziek en tekst:
Pete Seeger; subtekst: Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, april 1971
uitgever: Melody Trails Inc. / Essex Holland BV,
1972
Paul Marselje
werd pas echt enthousiast voor dit liedje, toen hij de versie van Mary
Hopkins hoorde. De Byrds-hitversie vond hij te vlak.
Hij is meerdere
keren gevraagd dit liedje bij uitvaarten te zingen.
Phonogram vond,
dat er een aantal vertalingen op een eerste LP moest staan, om duidelijk te
maken wat voor soort artiest iemand is. Er moest iets te herkennen zijn.
|
refrein: Voor alle dingen, uur na uur
is er een tijd, uur na uur
Er is een tijd voor alle dingen
onder de hemel
1. Een tijd van
leven, een tijd van sterven
Een tijd van geven of van verwerven
Een tijd tijd van ziekte, een tijd van genezen
Een tijd van lachen, of in tranen te wezen
+refrein
2. Een tijd van
afkeer, een tijd van verlangen
Een tijd van verliezen of weer aan te vangen
Een tijd van lenen, een tijd van verkopen
Een tijd om samen, of om alleen te lopen
+refrein
3. Een tijd van
varen naar vreemde standen
Een tijd van weerzien in vreemde landen
Een tijd om te doen wat de anderen lieten
Een tijd om rustig van alles te genieten
+refrein
4. Een tijd van
schreeuwen, een tijd van zwijgen
Een tijd van geven, een tijd van krijgen
Een tijd van liefde, een tijd van haat
Een tijd van vrede, het is nog niet te laat
+refrein
Er is een tijd voor
alle dingen onder de hemel
|
5. Weet je nog,
Suzan
muziek en
tekst: Han Wellerdieck
1e geautoriseerde bewerking:
I. I. Bruggen
2e bewerking: A. Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, januari 1972
uitgave: Intersong Basart Publishing Group BV
Paul Marselje
ontmoette Han Wellerdieck tijdens de opnames van de KRO-talentenjacht
'Springplank', die Paul in Alkmaar won met zijn liedje 'Fictievrouwtje'.
Paul was toen
bezig met de samenstelling van de LP 'Spoor 3a' en vond 'Weet je nog,
Suzan', na een aantal wijzigingen, heel geschikt voor de plaat.
In zijn jeugd
kende Paul Marselje in zijn woonomgeving een buurmeisje, dat veel met hem
optrok.
|
1. Ik weet nog
goed, Suzan
dat wij nog kinderen waren
toen zaten wij, Suzan
elkaar vaak in de haren
Ik zag jou laatst, Suzan
toen leek dat lang geleden
't Was een lange reis, Suzan
van die dagen naar het heden
2. Ik weet nog
goed, Suzan
dat wij ons zakgeld deelden
In die kleine straat, Suzan
waar wij toen samen speelden
En weet je nog, Suzan
we trouwden alle dagen
We hielden van elkaar
We hoefden niets te vragen
refrein: De tijd ging voorbij
ongemerkt, haast zonder schok
Ik werd ouder, net als jij
en de kindertijd hield op
3. Ik weet nog
goed, Suzan
dat jij soms stond te huilen
En weet je nog, Suzan
dan mocht je bij me schuilen
Ik zag jou laatst, Suzan
toen leek dat lang geleden
't Was een lange reis, Suzan
van die dagen naar het heden
+refrein
4. Ik weet nog
goed, Suzan
dat wij nog kinderen waren
toen zaten wij, Suzan
elkaar vaak in de haren
Nu zijn we groot, Suzan
en ik leef m'n eigen leven
Maar ik denk vaak, Suzan:
Was ik maar kind gebleven
|
6. Ga zitten,
jonge vreemde
(Sit down, young stranger)
muziek en tekst: Gordon Lightfoot, geautoriseerde
subtekst: A. Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, juni 1971
uitgevers:
Early Morning Music - Intersong Basart Publishing Group B.V. / April Music
Holland N.V. autorisaties: 25 mei 1972 / 26 april 1973
BUMA/STEMRA-declaratie: (8-2-1973)
Pauls collega
Theo Lissenberg had hem geïnteresseerd in de muziek van de Canadese folkie
Gordon Lightfoot. Na een bezoek van Paul aan Canada in 1971 was het
enthousiasme nog groter.
|
1. Ik sta weer voor
hun deur we kijken naar elkaar
maar alles is onwennig z'n stem, die blik van haar
M'n vader vraagt en vraagt er is twijfel in z'n stem
M'n moeder houdt me vast ze luistert niet naar hem
Jij zwierf door heel de wereld een wereld onbekend
Ga zitten jonge vreemde en zeg ons wie je bent
De kamer moet vertrouwd zijn maar toch ben ik alleen
Ga zitten jonge vreemde en zeg waar ging je heen
2. Ik liep
tussen de bergen en reisde langs de zee
Ik hoorde idealen en nam de mijne mee
De liefde gaf ik vluchtig en kreeg ik ook zo t'rug
De dagen waren eenzaam en langzaam ging het vlug
De warmte van de vreugde gaf grond aan m'n verdriet
Ik zocht en heb gevonden maar vinden deed ik niet
Ik at wat ik verdiende en heb m'n brood gedeeld
De dromen die ik droomde die hebben nooit verveeld
3. En moeders
blik wordt wazig haar handen beven zacht
Ze hoort haar eigen zoon niet z'n machteloze klacht
En vaders zelfde vragen zijn grijzer dan z'n haar
Ga zitten, jonge vreemde hoe speelde jij dat klaar?
Hij zal het niet begrijpen hij zal het niet verstaan
Wat leeft er in de wereld waar komt het kwaad vandaan?
Heeft oorlog ooit een reden wat leidt er tot geweld?
Ga zitten, jonge vreemde je hebt nog niets verteld
4. Het antwoord
wordt vergeten al wordt het vaak gezegd
Geloof en hoop en liefde die maken't kromme recht
Ook Jezus had een reden al werd hij niet verstaan:
Doe goed aan ied're naaste maar is dat ooit gedaan?
Er zijn wel generaties maar zonder jong of oud
Het ijs wordt toch weer water maar goud blijft altijd goud
Er is sneeuw in januari er is bloesem in de mei
De jaren die verstrijken maar niets gaat echt voorbij
Ga zitten, jonge vreemde maar geldt dat wel voor mij?
|
7. Nachtvogels
muziek: A.
Paul Marselje / Haarlem-Indischestraat juli 1969, tekst: Bert C. Sliggers
jr
uitgever: Intersong-Basart Publishing Group B.V.,
25 april 1972 BUMA/STEMRA: 03-02-71
Bert Sliggers
was een collega en mede-Waagtaveerne stamgast. Bert stond, samen met Hans
Invernizzi en met wat hulp van Paul, aan de wieg van de Literaire Instuif
Haarlem. Bert schreef gedichten en korte verhalen.
Samenwerking
was niet meer dan logisch. Toch zijn er maar drie liedjes samen geschreven.
Nachtvogels was het enige bruikbare resultaat van die samenwerking, maar
dan ook gelijk een heel mooi resultaat.
|
1. De avond was
geen avond meer
De maan werd plots' een zon
en de sterren stierven langzaam weg
alsof de dag begon
Maar niemand scheen het te merken
want gordijnen bleven dicht
alleen de bloemen gingen open
van dat wonderlijke licht
refrein: En op de golven van muzie
uit de roosters van riolen
kwamen vogels aangevlogen
die zich in jouw haar verscholen
3. Toen moest ik
afscheid van je nemen
van jouw handen en je mond
Ik sta nu noch verbaast te staren
naar de plek waar jij net stond
+refrein
4. De dag is
snel weer nacht geworden
De zon werd weer een maan
Ik dank je voor het onbekende
Ik dank je dat ik mee mocht gaan
+refrein
|
8. Voor m'n
zoon
muziek en
tekst: A. Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, januari 1971
BUMA/STEMRA: 14-10-1971 uitgever: Intersong Basart
Publishing Group B.V., 25 april 1972
Paul Marselje
heeft geen zoon en had, toen hij het liedje schreef, nog geen kinderen. Het
liedje is meer een vertaling van de houding van zijn ouders ten opzichte
van hem.
Willem Duys
vond dat je pas over je kinderen mocht schrijven en zingen, als je ze had,
maar draaide het nummer toch zonder kritiek (integendeel) in zijn razend
populaire zondagse radioprogramma 'Muziek Mozaïek'.
|
1. Hoe zal ik je zeggen, m'n zoon
dat ik vogels hoorde fluiten
zelfs al regen joeg daarbuiten
Hoe zal ik het je zeggen, m'n zoon?
Hoe zal ik
je zeggen. m’n zoon
dat ook mij
eens vleugels droegen
Hoe de
winden me toen joegen
Dromen gaat
voorbij, m’n zoon
Hoe zal ik je zeggen m’n zoon
dat ik ook niet hield van leren?
'k Had een hekel aan studeren
Je kansen gaan voorbij, m’n zoon
2. Hoe zal ik het zeggen m’n zoon
dat ik ook eens handen streelde
en genoot van alle weelde
die de liefde geeft m'n zoon?
Hoe zal ik
je zeggen, m’n zoon
dat je
niemand mag geloven
dat je
steeds weer wordt bedrogen?
Pas goed op
jezelf m’n zoon
3. Hoe zal ik je zeggen, m’n zoon
dat m'n handen wapens torsten
Ik wist dat ik bloed vermorste
een schuld die me nog kwelt, m’n zoon
Hoe zal ik
je zeggen, m’n zoon
wat het
leven je kan leren
dat het
dwaas is te begeren?
Ik heb het
fout gedaan, m’n zoon
4. Hoe zal ik je dat zeggen, m’n zoon
als een vader, die jij achtte?
Ik weet wat me dan wachtte:
Ik ben ook iemands kind, m’n zoon
Je zou me
niet geloven, m’n zoon
Je zou me
niet geloven, m’n zoon
Je zou me niet geloven, m'n zoon
|
9. Dans een
dans
(Vandaag)
muziek en tekst: A. Paul Marselje,
Haarlem-Indischestraat, april 1971
Geschreven voor de finale van het Kaagconcours in Warmond 1971 (eervolle
vermelding)
BUMA/STEMRA:
als 'Vandaag' (30-9-1971)
als 'Dans een dans' (8-2-1973)
Uitgever: Intersong Basart Publishing Group BV: 18-4-1972
Dit liedje haalde Phonograms chef programmabureau
Gerrit den Braber over de streep, tijdens het Kaagconcours in Warmond. Paul
Marselje kreeg een platencontract.
Den Braber zei
dat hij zelf dolgraag een liedje met zo'n inhoud voor zijn geliefde (naar
later bleek zangeres Thérèse Steinmetz) had geschreven, maar dat het hem
nog steeds niet echt gelukt was. Er moest wel een andere titel komen dan
'Vandaag'. Dat werd dus 'Dans een dans'.
|
1. De dagen zijn
gegaan vol stille dromen
De toekomst is nog ver en lijkt me grauw
Elk mens moet steeds als zekerheid aanvaarden
dat dromen al verwaaien bij de dauw
M'n lief, geluk is overal te vinden
ook al stel je in dit leven vraag na vraag
Je moet een snoer van dromen voor me rijgen
Een snoer van dromen enkel voor vandaag
refrein: Dans een dans met mij door hemelhoge
parken
en vergeet al wat de toekomst je belooft
Al zullen onze uren eens verstrijken
ons geluk is als een vuur dat nooit meer dooft
een vuur dat nooit meer dooft
2. De wereld
biedt ons echt geen presenteerblad
met een schaal vol blonde fonkelende wijn
We moeten saam' ons eigen leven maken
In dat leven wil ik heel dicht bij je zijn
Er zijn nog landen die geen mens gezien heeft
Er zijn nog bergen die geen mens beklom
Er zijn nog uren die ik niet gekend heb
Dus smeek ik je vandaag m'n liefste: kom!
+refrein
3. Je ogen
spreken, maar je mond blijft zwijgen
Schreeuw de wereld vol zover je blik maar reikt
M'n huis wacht op je vol met rode rozen
M'n lief kom snel, want onze tijd verstrijkt
De straten zijn vol zwart geklede mensen
Beloof me daar met mij in't wit te gaan
M'n hoofd zit barstensvol met dit soort wensen
Die deel ik nu alleen met jou voortaan
+refrein:
een vuur dat
nooit meer dooft (5x)
|
10. Met God op mijn hand
(With God on our side)
muziek en tekst: Bob Dylan (Robert Zimmerman);
geautoriseerde subtekst: A. Paul Marselje
uitgever: M. Witmark & Sons / Les Editions
Internationales Basart N.V., 8 maart 1972
Phonogram vond, dat er een aantal vertalingen op een
eerste LP moest staan, om duidelijk te maken wat voor soort artiest iemand
is. Er moest iets te herkennen zijn.
Paul Marselje
koos hiervoor ook één van zijn favoriete artiesten: Bob Dylan, waarvan hij
dit nummer al regelmatig onder vrienden in het Engels zong.
Op 11 maart 1977 zong hij het nummer in de
televisie-uitzending ‘Zingenderwijs’ van de KRO, een programma met liedjes
over oorlog en vrede. De twee andere artiesten waren Joost Nuissl en Jenny
Arean. De opname was gemaakt in het nationaal oorlogs- en verzetsmuseum in
Overloon.
|
1. M'n naam is als and'ren.
'k Ben niet jong en niet oud
Men tracht me te leren
men maakt me vertrouwd
met regels en normen
de wet van het land
want het land van m'n vad'ren
heeft God op z’n hand
2. De geschiedenisboeken
vertelden me vroeg
hoe een Geus of een Spanjaard
zich vroeger gedroeg
Ze vochten als leeuwen
oog om oog, tand om tand
Dachten beiden te vechten
met God op hun hand
3. Toen vervloekten we Roomsen
en banden ze uit
Vernielden ’t verleden
en naar het verluid
uit angst ook hun beelden
hun kruis aan de wand
want alleen protestanten
hadden God op hun hand
4. Nog vers zijn de wonden
van Nazi en jood
Vietnam en Noord-Ierland
het slagveld is groot
Terreur menigvuldig
als het zand op het strand
En men denkt steeds te moorden
met God op z’n hand
5. Het wapen van morgen
vernietigd nog meer
We worden steeds knapper
waarachtig: ik leer
het nog eens te begrijpen
dat de aarde verbrand
door de grootste geleerde
met God op z’n hand
6. En ook Judas Iscariot
had een vriend moeten zijn
Toen hij Jezus verraadde
bleek die vriendschap slechts schijn
Ik blijf mezelf vragen
met m'n nuchter verstand:
Had die Judas Iscariot
nou ook God op z'n hand?
7. Ik dwaal door het leven
zonder dat ik vergeet
Wat ik, ondanks m’n twijfel
met zekerheid weet:
dat in een wereld
met God op z’n hand
tot het einde der dagen
nooit meer oorlog ontbrand
|
11. De oude man
(The
Streets of London)
muziek en
tekst: Ralph McTell
geautoriseerde
subtekst: A. Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, 1972
BUMA /
STEMRA: (8-2-73)
Uitgever: Essex Music
Ltd
Paul Marselje ontdekte dit nummer toen een hem
onbekende Engelsman het in de Haarlemse Waagtaveerne zong. Die man claimde
het zelf geschreven te hebben en leerde Paul de akkoorden.
Toen Paul zei het te willen vertalen, vertelde de
man, dat het in Engeland al een grote hit was geweest, maar in Nederland
niets had gedaan. Hij vroeg of het niet mogelijk was op hetzelfde moment
zijn versie en de versie van Paul op plaat te laten uitkomen. Dat zou beide
versies misschien helpen.
Uiteindelijk
hielp het vooral Ralph McTell zelf, die er een grote hit mee scoorde en een
evergreen bleek te hebben geschreven.
|
1. Zag je ooit die oude man
in de Amsterdamse straten
die zichzelf maar wijs maakt
dat hij wandelt
naar z’n huis
Dat huis
dat nooit bestaan zal
waarheen
hij ook niet gaan zal
Wie zal er
op hem wachten?
Waar vindt hij ooit een thuis?
refrein: Hoe kan
je zeggen
dat je eenzaam
bent
en dat voor jou de zon niet schijnt?
Ik neem je bij de hand
We gaan door Amsterdamse straten
waarna, dat weet ik zeker
al je eenzaamheid verdwijnt
2. In het bruine
nachtcafé
- het is kwart over enen -
zit die oude man
aan een tafeltje
alleen
Hij denkt over
z’n leven
Wat zal
het hem nog geven?
Zo zit hij
daar te turen
dan gaat hij weg. Waarheen?
+refrein
3. Zag je ooit
die oude man
in de Amsterdamse avond
en zag je ook die lintjes
op z'n
afgedragen jas?
Hij leeft
in het verleden.
Wat heeft
hij aan het heden?
Hij ziet
zichzelf als held
in de spiegel van een plas
+refrein (2x)
|
12. Een tijd om
weg te gaan
muziek en tekst: A. Paul Marselje, oktober 1971;
BUMA/STEMRA: 04-01-72, uitgever: Intersong Basart Publishing Group B.V.
25-4-1972
|
1. De toekomst, die je
geeft aan mij,
maakt mij van m'n verleden vrij
met jou ben ik pas opgestaan,
om weg te gaan en oor te gaan
En al wat ons eens bezig hield,
dat wat ons altijd tegenhield
dat is voorgoed verleden tijd,
want het is tijd, de hoogste tijd
refrein: Om weg
te gaan, hier ver vandaan
en door te gaan, steeds door te gaan
Ons domme zwijgen is voorbij
De toekomst is van jou en mij
2. Ons leven krijgt een nieuwe zin.
Al wat ik doe en nu begin
dat blijft voor ons in eeuwigheid,
jouw eeuwigheid, mijn eeuwigheid
We lopen in het morgenlicht.
Iedere klank wordt een gedicht
Iedere klank een woord voor jou,
een lied voor jou een vraag aan
jou
refrein: Om weg
te gaan, hier ver vandaan
en door te gaan, steeds door te gaan
Ons domme zwijgen is voorbij
De toekomst is van jou en mij
3. Al wat ik zocht dat bracht je mij
en altijd kwam je dichterbij
Verstand brengt niemand liefde langs;
vandaag bracht jij m'n morgen langs
Want morgen, is ons toekomstbeeld.
Al wat eens was lijkt nu vergeeld
in't licht van deze nieuwe tijd,
want het is tijd, de hoogste tijd
refrein: Om weg te gaan, hier ver vandaan
en door te gaan, steeds door te gaan
Ons domme zwijgen is voorbij
De toekomst is van jou en mij
refrein: Om weg
te gaan, hier ver vandaan
en door te gaan, steeds door te gaan
Ons domme zwijgen is voorbij
De toekomst is van jou en mij
|
|