Marselje Paul 141123-150png - rek tekst web

                  

CONTACT
06-10667384 / e-mail

 

home

korte biografie

discografie, verkoopinformatie

NIEUW: ‘Een ander gezicht’
(met teksten)

‘Daar woon je’
tekst met akkoorden

‘Spoor 3a’ (met teksten)

Spoor 3a
tekst met akkoorden

.

http://www.marselje.nl/paulmarselje/images/daarwoonjeweb.jpg

Daar woon je

19 liedjes met Haarlem en omgeving als onderwerp of achtergrond

 

 

      

 

 

 

Negentien liedjes, die ook heel goed zijn voor niet-Haarlemmers. Twee teksten zijn van Pauls Haarlems/Ierse vriend Aidan Sharkey. Die twee teksten doorbreken zijn Nederlandstalige traditie voor een keertje. Eén tekst is van Lennaert Nijgh.

‘Daar woon je’ kwam uit op 12 november 2005.

 

1. Daar woon je

2. M'n vader woonde toen in Heemstede

3. De Spanjaard in Haarlem

4. Spaarndam, Spaarndam

5. Lofzang van een waanzinnige Haarlemmer (Wat is Haarlem mooi)

6. Yvonne's Song (tekst: Aidan Sharkey)

7. Kleverpark

8. Noordwijk aan Zee

9. Bloemendaal

10. Schoten zal steeds Schoten heten

11. An Irishman In Haarlem (tekst: Aidan Sharkey)

12. Ramplaankwartier

13. Het anti-wethouderslied

14. Je bent wel veranderd, Amsterdam

15. Het Westelijk Tuinbouwgebied-lied

16. De Ballade van Lange Jaap

17. Diemen

18. Dag Haarlem (tekst: Lennaert Nijgh / muziek: Coby Schreijer)

19. Spoor 3a - van de CD Spoor 3a (1973, 1978, 2004)

 

Tenzij anders aangegeven tekst en muziek: Paul Marselje

zang en gitaar: Paul Marselje

strijkers, dwarsfluit, synthesizer: Kees van Boxtel

contrabas: Wietze van Foeken

stemmen: Jolanda Traarbach, Manon Tromp, Amy Marselje

accordeon: Fredie Kuiper

arrangement, piano en melodica ‘Lofzang van een waanzinnige Haarlemmer’: Julisca Yonne

opname: Birdtrackstudio, Haarlem, Kees van Boxtel, mei, juni en juli 2005

 

 


1. Daar woon je

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem, Paul Krugerstraat, 1973

BUMA/STEMRA

 

Voor Jeanette

 

Als je verliefd wordt op een Haarlemse wordt je dat ook op Haarlem

refrein: Je weet dat ik graag naar Haarlem ga

Want daar woon je

Je weet dat ik graag aan het Spaarne sta

Want daar woon je

 

 

1. Je weet, dat ik graag door Haarlem dwaal

Al waait de herfst al z'n oude bomen kaal

Zelfs als regen de dag vergrauwt

De donk're hemel je benauwt

Dan vind ik Haarlem nog steeds mooi

Want daar woon jij

 

refrein: Je weet dat ik graag naar Haarlem ga

Want daar woon je

Je weet dat ik graag aan het Spaarne sta

Want daar woon je

 

 

2. Ied're dag in je stad vliegt snel voorbij

In augustus, oktober, februari of mei

Als jouw poorten maar open gaan

Wat kan mij daar dan tegen staan?

Dan vind ik Haarlem nog steeds mooi

Want daar woon jij

 

refrein: Je weet dat ik graag naar Haarlem ga

Want daar woon je

Je weet dat ik graag aan het Spaarne sta

Want daar woon je

 

 

3. Als we samen lachen in een bruin café

En de tijd brengt nieuwe vrienden mee

Dan vertel ik je honderduit

Van 'er was eens' tot 't besluit

Dan vind ik Haarlem nog steeds mooi

Want daar woon jij

 

Want daar woon jij


2. M'n vader woonde toen in Heemstede

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Ramplaankwartier, 3 mei 1992, 13.30u

BUMA/STEMRA

 

Eerste uitvoering in restaurant Groenendaal te Heemstede 3-5-92, bij de vijf en zeventigste verjaardag van de weduwe van Rappard

 

Mijn vader groeide op in een dorp en kon daar veel en prachtig over vertellen.

1. M'n vader woonde toen in Heemstede

en hij vertelt ervan

Hij is een oude man

maar z'n ogen stralen dan

Een kleine jongen dwaalt door Heemstede

een dorp onder de Hout

Hij is er ooit getrouwd

M'n vader is al oud

 

refrein: Maar z'n verhaal is vol van zonlicht

vol van kleur en avontuur

En buiten is het guur

Dus ik luister graag naar wat hij zegt

met de zon in z'n gezicht

 

 

2. M'n vader woonde toen in Heemstede

Wat er wachtte wist-ie niet

van illusie en verdriet

Dat lag nog in’t verschiet

Hij speelde rond het Wilhelminaplein

en bij Haarlem in de Hout

In de Hout is het nu koud

M'n vader is al oud

 

refrein: Maar z'n verhaal is vol van zonlicht

vol van kleur en avontuur

En buiten is het guur

Dus ik luister graag naar wat hij zegt

met de zon in z'n gezicht

 

 

3. Ik ga soms kijken daar in Heemstede

maar zijn dorp zie ik niet meer

al schijnt de zon er weer

Ik zie er veel verkeer

En rijen buitenwijken voor een stad

Het plein is er nog wel

maar niet meer voor een spel

Men rijdt er veel te snel

 

refrein: Maar z'n verhaal is vol van zonlicht

vol van kleur en avontuur

En buiten is het guur

Dus ik luister graag naar wat hij zegt

met de zon in z’n gezicht


3. De Spanjaard in Haarlem (Jerusalem)

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Ramplaankwartier 22 juni 1994

cursief in couplet 1 en 2: S. Ampzing, ‘Beschrijvinge ende lof der Stad Haerlem’, 1628; cursief in couplet 4: Lennaert Nijgh, ‘Het Spaarne’, 1972

BUMA/STEMRA

 

protestlied tegen de aanvankelijke herontwikkelingsplannen voor het Enschedécomplex (Appelaerterrein) aan de Haarlemse Damstraat

 

Voor de presentatie van het boek 'Gebakken rat met Beukeblad' van Bies van Ede in herberg 'De drie broden', aan het Spaarne in Haarlem. De zaak bestaat inmiddels niet meer onder die naam.

 

Eens belegerden de Spanjaarden Haarlem. Wat minder lang geleden kwam de Spaans/Baskische architect Busquets en bedreigde Haarlem opnieuw met onzinnige plannen voor de oude binnenstad. Ik gaf  er mijn wethouderschap voor op. Maar al leek het beide keren op een overwinning voor de Spanjaard, alles liep beide keren toch nog goed af, al was daar wat tijd en narigheid voor nodig.

1. Gelyk men 's Spaerens stroom door onze stad siet vlieten

So sag men 't Spaensche bloed door onse stad vergieten

 

Bij de zeven molens daar vlak buiten de Kathrijnenbrug

Buiten de Waterpoort aan ’t Spaarne strekte Jerusalem de rug

Hij wenkte met z'n wieken schepen vol

met eikebast en graan

Hoog op ronde stenen voet

torende hij in ijd'le waan

Dat hij hij tot aan het eind

der dagen zou bestaan

 

Maar de stormen kwamen, legers kwamen

Vuur hoog tot de zon

En Jerusalem verbrandde

door wie toch niet won

 

 

2. Paerd, hond, kat, rat en muys was wild gebraet geheten

Mout, raep, hennipkoek en wijngaerdblaen daer by

Ja, een gesouten huyd was spys en leckerny

 

Zo verging het Haarlem lang geleden

bij het Spaans beleg

Buiten de Waterpoort aan ’t Spaarne

baande Freed'rick zich een weg

Prins en Spanjaard kwamen en

geen enk'le molen bleef er staan

En zo handelt menig krijgsheer

zetelend in ijd'le waan

Dat zijn roem tot na zijn

einde blijft bestaan

 

Maar de stormen komen, legers komen

Vuur hoog tot de zon

Menig krijgsheer brandde

door wie toch niet won

 

 

3. Ik zag de Spanjaard weer naar Haarlem komen

En van een nieuw beleg van onze schoonheid dromen

 

Hij keek er rond en droomde van

een nieuwbouw in de oude stad

Van acht hoog, naast d' oude Baaf, 

zo'n droom had hij nog nooit gehad

Maar poorten gingen los,

men gaf hem voor zijn droom ruim baan

Hoog ivoor torent de politiek

in meer dan ijd'le waan

Dat zo de roem tot na het

einde blijft bestaan

 

Maar stormen komen, burgers komen

Vuur hoog tot de zon

Menig wethouder verbrandde

door wie toch niet won

 

 

4. Gelyk men 's Spaerens stroom door onze stad siet vlieten

So sag men 't Spaensche bloed door onse stad vergieten

 

Bij de zeven molens daar vlak buiten de Kathrijnenbrug

Buiten de Waterpoort aan’t Spaarne strekte Jerusalem de rug

Weinig molens nog aan ’t Spaarne

Slechts de Eenhoorn zie je staan

Van't gemaal spreekt Lennaert Nijgh mij

in zijn woorden zwijgend aan

Dat het Spaarne  tot het

einde blijft bestaan:

 

Het Spaarne stroomt, het Spaarne stroomt,

het Spaarne stroomt voorbij

Enschedé en de taveerne De Drie Broden

Slechts De Drie Broden kunnen mij naar binnen noden

Het Spaarne stroomt

voorbij


4. Spaarndam, Spaarndam

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Ramplaankwartier, vrijdag 27 juni 1980, 14 u

BUMA/STEMRA

 

Spaarndam is een eeuwenoud dorpje, met schitterende gezichten en talloze verhalen, zoals over die jongen, die met zijn vinger in de dijk een overstroming zou hebben voorkomen.

 

In 1971 organiseerden wat Spaarndamse kunstenaars de eerste kunstmarkten op de Spaarndamse Kolk. Ze vroegen zanger/liedjesschrijver Paul Marselje en journalist Hans Invernizzi om voor de muziek te zorgen. De kunstmarkten werden vanaf dat moment een traditie en dat gold ook voor de muzikale bijdrage van Paul Marselje. In 1980 schreef hij daarom een lied over het palingdorp. Nog steeds is het iedere zomer meerdere malen op de kunstmarkten te horen. Er wordt dan vaak goed meegezongen.

 

Sinds 2008 wordt het liedje nog vaker gebruikt. Het honderdjarige Spaarndams Gemengd Koor benoemde Paul zijn schepping tot lijflied en liet het vierstemmig arrangeren. Vanaf dat moment werd ieder optreden er mee begonnen. Iedere Spaarndammer hoort het uit zijn hoofd te kennen, stond er in het dorpsorgaan.

Maar ook buiten Spaarndam is het geliefd. Zo is er bijvoorbeeld de Haarlemse scoutinggroep Vliegende Pijl, waarvan de 'stam' het gebruikt als onderlinge ringtone op mobiele telefoons. Paul Marselje werd het meest verrast toen uit Angers (de jumelagestad van Haarlem in Frankrijk) enkele bewoners bij hem langskwamen en het lied in het Nederlands aanhieven. Na afloop lieten zij de voor hen fonetisch uitgeschreven tekst zien, waarin een Nederlander geen Nederlands zou hebben herkend...

refrein: Spaarndam, Spaarndam

Vier sluizen en wat huizen

Tussen Spaarne en het IJ

Spaarndam, Spaarndam

Tussen heden en verleden

't Is wel oud, maar niet voorbij

Als je wandelt tussen Oost en West

Als je slentert langs de dijk

Als je bij de Kolk je dorst weer lest

Dan staat veel moois te kijk

Spaarndam, Spaarndam

Tussen Spaarne en het IJ

 

 

1. Of het bij Haarlem

of bij Halfweg hoort

't Zal me mooi een zorg zijn

Als ik maar bij de Westkolk zingen kan

Voel ik geen centje pijn

De huizen kijken zwijgend neer

Op de muziektent en 't café

Zolang ik er van zingen kan

Voel ik me best tevrêe

 

refrein: Spaarndam, Spaarndam

Vier sluizen en wat huizen

Tussen Spaarne en het IJ

Spaarndam, Spaarndam

Tussen heden en verleden

't Is wel oud, maar niet voorbij

Als je wandelt tussen Oost en West

Als je slentert langs de dijk

Als je bij de Kolk je dorst weer lest

Dan staat veel moois te kijk

Spaarndam, Spaarndam

Tussen Spaarne en het IJ

 

 

2. Hans Brinkers had nooit

zilv'ren schaatsen aan

Hij heeft ook nooit een vloed gekeerd

Met slechts één vinger

in een zwakke dijk

Zoals vaak wordt beweerd

maar ook al is het maar een sprookje

Ik deel het aan een ieder mee

Zolang ik er van zingen kan

Voel ik me best tevree

 

refrein: Spaarndam, Spaarndam

Vier sluizen en wat huizen

Tussen Spaarne en het IJ

Spaarndam, Spaarndam

Tussen heden en verleden

't Is wel oud, maar niet voorbij

Als je wandelt tussen Oost en West

Als je slentert langs de dijk

Als je bij de Kolk je dorst weer lest

Dan staat veel moois te kijk

Spaarndam, Spaarndam

Tussen Spaarne en het IJ


5. Lofzang van een waanzinnige Haarlemmer (Wat is Haarlem mooi)

Muziek en tekst: Paul Marselje

BUMA-STEMRA

 

Geschreven voor de Haarlemse D66-gemeenteraadscampagne van 1982

 

Als er onzinnige plannen worden gelanceerd kan je wel eens wat cynisch en ironisch reageren.

1. Als ‘k door de Grote Houtstraat loop

en ik zie het sierplaveisel

Vol kauwgum, friet en and’re troep

En ik kijk 's naar de gevels

Naar posters, stickers, spuitbuskunst

en naar plastic monumenten

Dan schreeuw ik, vol vervoering uit:

Wat kan ‘k nog verder wensen?

 

refrein: Wat is Haarlem mooi

wat is Haarlem schoon

Wat een stad om in te leven!

Wat een paradijs, waar ik werken mag

'k Zou het nooit weg willen geven!

 

 

2. Als ‘k langs de binnenduinrand rij

En ik zie die oude gronden

En‘k verbeeld me dat daar huizen staan

Die 'k in plannen heb gevonden

Geen uitzicht op die Bavo meer

en vergeet de recreatie

Geef mij maar weer een

nieuwbouwwijk

Zonder interval of spatie

 

refrein: Wat is Haarlem mooi

wat is Haarlem schoon

Wat een stad om in te leven!

Wat een paradijs, waar ik werken mag

'k Zou het nooit weg willen geven!

 

 

3.  Als ik straks ooit stadwaarts keer

en ik zie die oude Bavo

weer ingepakt in steigers

Dan zal ik denken: Dat gaat fijn zo

Wordt ie eind'lijk afgebroken?

Meer parkeerplaats voor m'n wagen!

Dan schreeuw ik vol vervoering uit:

De overwinning, die gaat dagen!

 

refrein: Wat is Haarlem mooi

wat is Haarlem schoon

Wat een stad om in te leven!

Wat een paradijs, waar ik werken mag

'k Zou het nooit weg willen geven!

 

Nooit weg willen geven!


6. Yvonne’s Song

van de CD Yvonne’s Song (2006)

 

Words: Aidan Sharkey 24-5-1998; music: Paul Marselje  7-11-99

BUMS/STEMRA

 

Yvonne Koldewijn was een echte Haarlemse, die jarenlang literaire initiatieven van de grond trok in de Spaarnestad. Ze kreeg er de legpenning van de gemeente voor. Haar echtgenoot Aidan Sharkey en Paul Marselje schreven Yvonne’s Song toen ze wisten dat Yvonne ging overlijden. Bij een grote literaire manifestatie in 1999 ter ere van het 25-jarig bestaan van Yvonne’s Literaire Instuif Haarlem en later bij haar crematie zong Paul het voor haar. Het is geen triest lied, maar een breekbare ode aan een grote liefde.

1.  Yvonne, Yvonne

her name is a song

It floats from my lips

and sings on the wind

It shivers and shimmers

like sun on the sea

And puts very simply

she’s all things to me

 

2. I love her, I like her

my  lover, my friend

our love is a walk

on a road with no end

she’s flowers, she’s starlight

she’s spring in the air

and without her I know

life’s not really there

 

3. Yvonne, Yvonne

moonbeams at night

Yvonne, Yvonne

darkness to light

Blackbirds at dusk

sunrise at dawn

That is the sight and

the sound of Yvonne

 

4. Yvonne, Yvonne

her name is a song

It floats from my lips

and sings on the wind

It shivers and shimmers

like sun on the sea

And puts very simply

she’s all things to me


7. Kleverpark

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Ramplaankwartier, 9 maart 1987

BUMA/STEMRA

 

Voor bevriende leden van de Winkeliersvereniging Kleverpark

 

Veel steden kennen zo’n ideaal wijkje, dommelend vlak buiten de oude binnenstad.

1. Soms woon je er je hele leven lang

Zonder te zeuren, zonder zucht

Zonder te dichten op z'n schoonheid

Zo'n oude buurt zonder gerucht

't Is er niet groot, niet klein, maar groot genoeg

't Is er niet nieuw, ook niet echt oud

Maar als j' er woont dan wil je weten

Dat je van je buurtje houdt

 

refrein 1: Kleverpark, buiten het Bolwerk

Kleverpark, vergeten wijk

Zonder sensatie, maar met gratie

Zonder veel rijkdom en toch rijk

Het Heilig Hart waakt er verborgen

Over de Deo en het park

En nooit laten zij het zakken

Hun Kleverpark

 

 

2. Eens Schoterveen, Zuid Akendam genoemd

Een vage polder zonder meer

Kwam er een architekt voor tuinen

en plantte er wat huizen neer

Het wijde plein, bedoeld als trambaan eens

Ligt er wat overbodig bij

Ach, stel de vraag: Moet alles nuttig zijn?

Nou dat hoeft echt niet van mij

 

refrein 1: Kleverpark, buiten het Bolwerk

Kleverpark, vergeten wijk

Zonder sensatie, maar met gratie

Zonder veel rijkdom en toch rijk

Het Heilig Hart waakt er verborgen

Over de Deo en het park

En nooit laten zij het zakken

Hun Kleverpark

 

 

3. Had u gezegd dat ik ooit zingen zou

Over een buurt als 't Kleverpark

Dan had ik m'n schouders opgehaald

Waarom dan wel het Kleverpark?

Tweeduizend huizen en een ziekenhuis

Twee kerken en een winkelstraat

Maar als j' er woont, dan wil je weten

Waar het jou vooral om gaat

 

refrein 2: Kleverpark, buiten het Bolwerk

Kleverpark, vergeten wijk

Zonder sensatie, maar met gratie

Zonder veel rijkdom en toch rijk

Het Heilig Hart waakt er verborgen

Over de Deo en het park

En nooit laten zij het zakken

Nee, nooit laten zij het zakken

Hun Kleverpark


8.   Bloemendaal

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Ramplaankwartier, maart 1989

BUMA/STEMRA

 

Voor het tweede lustrum van de plaatselijke politieke partij Progressief Bloemendaal

 

Weinig problemen daar in Bloemendaal (volgens sommigen).

refrein: De hoogste duinen, de hoogste zee

De ho-ho-ho-ho-hoogste lonen

O, Bloemendaal, ik wil in je wonen

O, Bloemendaal, ih-hik doe mee

 

 

1. In heel het land valt de zure regen

De ganse natie krijgt zo z’n zegen

Als dank voor 't tuffen langs 's-heren wegen

Hosanna voor’t benzinevee

Maar in Bloemendaal

-'t mag een wonder heten-

Daar valt het, daar valt het

slechts mee (volgens sommigen...)

 

refrein: De hoogste duinen, de hoogste zee

De ho-ho-ho-ho-hoogste lonen

O, Bloemendaal, ik wil in je wonen

O, Bloemendaal, ih-hik doe mee

 

 

2. In heel het land moet men driftig waken

Om niet van de wal in de sloot te raken

Om niet van schoonheid slechts steen te maken

Gaat niet ieder bouwplan er door

Maar in Bloemendaal

-'t mag een wonder heten-

Daar komt dat dilemma

niet voor (volgens sommigen...)

 

refrein: De hoogste duinen, de hoogste zee

De ho-ho-ho-ho-hoogste lonen

O, Bloemendaal, ik wil in je wonen

O, Bloemendaal, ih-hik doe mee

 

 

3. In heel het land moet je steeds weer zorgen

Dat inspraak niet weer wordt opgeborgen

Dat ieder mag meedenken over morgen

Want anders dan gaat men z’n gang

Maar in Bloemendaal

-'t mag een wonder heten-

Daar is niemand, niemand

echt bang (volgens sommigen...)

 

refrein: De hoogste duinen, de hoogste zee

De ho-ho-ho-ho-hoogste lonen

O, Bloemendaal, ik wil in je wonen

O, Bloemendaal, ih-hik doe mee

 

 

4. O, Bloemendaal, ik heb veel gezongen

In heel het land sprong het uit mijn longen

En omdat vruchtbaarheid leidt tot jongen

Zong in heel het land ieder mee

Zelfs in Bloemendaal

-'t mag een wonder heten-

Daar zong men, daar zong men

gedwee (zongen sommigen...)

 

refrein: De hoogste duinen,

de hoogste zee

De ho-ho-ho-ho-hoogste lonen

O, Bloemendaal, ik wil in je wonen

O, Bloemendaal, ih-hik doe mee


9.   Noordwijk aan Zee

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem, 30 juni 1972

BUMA/STEMRA

 

voor Anja Scheuer

 

Ze betoverde mij, maar had daarmee andere bedoelingen dan ik, daar op het strand van Noordwijk aan Zee

1. Noordwijk aan Zee

zag me komen en gaan

Op m'n fietsje verdwaald

bleef ik daar even staan

Het was warm die avond

je zag er geen meeuw

Ze was daar; ze lachte

en ik ben niet van sneeuw

 

2. Ze ging mee door de duinen

je zag ook geen mens

Het strand was verlaten

ze had, zei ze, een wens

Ze wilde wat praten....

en zo zaten we daar

Zij wachtte op het duister

en ik wachtte op haar

 

3. Een vuurtoren wenkte

we zijn verder gegaan

Er was ergens muziek

en dat stond ons wel aan

Een kampvuur verwarmde

de avond verdween

Het werd kouder, maar ik was

God zij dank, niet alleen

 

4. Ik wilde haar zoenen

ze zei: later als jij

Nog zingt, en beroemd wordt

dan denk je aan mij

En dan kan ik zeggen

die jongen nam me eens mee

Zo maakte ze zelf een einde

aan die avond aan zee

 

5. Ze heeft nu haar zin

ik denk nog wel eens aan haar

En dan zing ik dit lied

waarin ik Anja bewaar

Beroemd werd ik niet echt

daar alleen zit ze nog mee

Dus werd dit nooit een hit

dit lied uit Noordwijk aan Zee


10. Schoten zal steeds Schoten heten

Tekst en muziek: Paul Marselje, 2 juli 2005

BUMA / STEMRA

 

naar aanleiding van de onthulling van het Schoten-naambord bij de randweg langs de Jan Gijzenvaart op 2 juli 2005 door Haarlems burgemeester Jaap Pop.

 

In 1927 veranderde het dorpje Schoten in de buitenwijk Haarlem-noord. Of toch niet? Ik groeide er op en ik vind het prachtig dat Haarlem-noord tegenwoordig weer Schoten heet. Gun mensen alsjeblieft een eigen identiteit binnen het grote anonieme geheel.,

1. Ik ben er - ooit eens groot geworden

Ik heb er vroeger gespeeld

Ik stookte - vuren langs het Spaarne

Ik heb er dromen gedeeld

Schoten was mijn cluppie

Al raakte ik geen bal

Maar het was - Schoten waar ik woonde

Dat telt toch bovenal?

 

refrein (2x, tweede maal samen):

Schoten zal steeds Schoten heten

Tussen Delft en Spaarne

 Stad en Slaperdijk

Schoten zal steeds Schoten heten

Wat Haarlem ook mag willen

Schoten is mijn wijk

 

 

2. In ‘t zuiden - dommelt groen het Bolwerk

In ’t noorden ligt de Slaperdijk

Zo tussen - Randweg en het Spaarne

Ligt Schoten dromend te kijk

De kazerne werd een  woonwijk

En ‘t klooster werd een buurt

Ook al wordt - Schoten niet meer langer

Uit heerlijkheid bestuurd:

 

refrein (samen):

Schoten zal steeds Schoten heten

Tussen Delft en Spaarne

 Stad en Slaperdijk

Schoten zal steeds Schoten heten

Wat Haarlem ook mag willen

Schoten is mijn wijk

 

 

3. De dorpse - rust is er verdwenen

Maar toch geniet ik er zeer

Van ‘t Schoter - Rechthuis en te Zaanen

En ’t Huis ter Kleef ied’re keer

Waarom wil ik er wonen?

Waarom ben ik er thuis?

Dat kan mij - echt niet zoveel schelen

Ik vind er graag m’n huis

 

refrein (2x samen):

Schoten zal steeds Schoten heten

Tussen Delft en Spaarne

 Stad en Slaperdijk

Schoten zal steeds Schoten heten

Wat Haarlem ook mag willen

Schoten is mijn wijk


11. An Irishman In Haarlem

from the CD Yvonne’s Song (2006), music: Paul Marselje, Haarlem (The Netherlands)  July 1993; words: Aidan Sharkey, Haarlem (The Netherlands) July 1993

BUMA/STEMRA

 

Hoe voelt iemand zich als hij vanuit zijn vertrouwde Ierland in Haarlem komt wonen? Nou, gewoon welkom dus!

spoken: I came as a stranger to Haarlem

but I wasn't a stranger for long, for the

people of Haarlem opened their hearts

So now I will sing them this song

 

Sung:  1.  It's true that I miss the mountains

and the waves, that crash on the shore

and the plaintive cry in a cloud filled sky

of a raven 'bove rocky Gweedore

It's true that I miss the river

that races it's way to the sea, as itA

tumbles and falls and rushes and calls

on it's journey to the broad estuary

and the Spaarne it doesn't race

like the rivers in far Donegal

but moves so slow with a genteel flow

that looks like no movement at all

but moves so slow with a genteel flow

that looks like no movement at all

 

2.  But here I am - in Haarlem town

and don't feel my loss so strong

My tears have dried for the people tried

to make me happy - amid their throng

They like to sit in a bar

and drink and ta-alk and sing. They

raise good cheer with good Dutch beer

for they know: - l'ving is the thing

And when I walk these cobbled streets

it's like being ba-ack in time, for

they built a past, that was made to last

and these streets now feel like mine, for      

they built a past, that was made to last

and these streets  now feel like mine

 

3.  So thanks for being kind to a stranger

who came here from over the sea

and not at all sure, if I could endure

a place that seemed foreign to me, but

the people of Haarlem opened their hearts

so I feel a stranger no more. They

gave to my soul an entirely new role, on        

their welcoming, friendly Dutch shore

I came as a stranger to Haarlem

but I wasn't a stranger for long

for the people of Haarlem opened their hearts

So that's why I've sung them this song

for the people of Haarlem opened their hearts

So that's why I've sung them this song


12. Ramplaankwartier

muziek en tekst: Paul Marselje, 15 mei 1992, 12 uur

BUMA/STEMRA

 

Voor de opening van de aanbouw van de Haarlemse Beatrixschool op 15 mei 1992

 

Ik woon er al veel meer dan dertig jaar, dicht bij de duinen en dicht bij de oude binnenstad.

 

Een beetje dorp en een beetje stad. Wat kan een mens nog verder wensen?

1. In de schaduw van de duinen

ligt het dorp er tussen tuinen

tussen Blinkert en de stad

't Lijkt of er niets zal verdwijnen

of de rust er niet zal kwijnen

of de tijd dit dorp vergat

Ramplaankwartier, Ramplaankwartier

er was hier een moeras

en later bleekte linnen hier

en maakte adel goede sier

't blijft nooit als het was

 

refrein: Maar wie er komt en wie er gaat

zolang als je bestaat

heten ze Bijvoet, Groenendijk

blijven we nog steeds Thoolen rijk

Het wijzigt mondjesmaat

 

 

2. In de schaduw van de duinen

zie je langzaamaan de tuinen

opgaan in de grote stad

huizen kwamen, nieuwe mensen

nieuwe namen, nieuwe wensen

ik vergat het dorp zowat

Ramplaankwartier, Ramplaankwartier

men bouwde er een school

maar wel net als een boerderij

een hooischuur kwam er ook nog bij

als een ver vervreemd symbool

 

refrein: Maar wie er komt en wie er gaat

zolang als je bestaat

heten ze Bijvoet, Groenendijk

blijven we nog steeds Thoolen rijk

Het wijzigt mondjesmaat

 

 

3. In de schaduw van de duinen

zie ‘k twee Bavo's boven tuinen

bakens van de grote stad

Is het dorp een wijk geworden

onderdeel van stenen horden

Heeft het dorp z'n tijd gehad?

Ramplaankwartier, Ramplaankwartier

de stad gaat er naar school

Maar wel als naar een boerderij

de hooischuur kwam er ook nog bij

als een ver vervreemd symbool

 

refrein: Maar wie er komt en wie er gaat

zolang als je bestaat

heten ze Bijvoet, Groenendijk

blijven we nog steeds Thoolen rijk

Het wijzigt mondjesmaat

in een trage regelmaat

nog dorp van straat tot straat

met de zon op het gelaat....


13. Het anti-wethouderslied

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem‑Ramplaankwartier, 1 januari 1991

BUMA/STEMRA

 

Gastbijdrage als wethouder in het nieuwjaarscabaret van de Sector Gemeentewerken Haarlem 1991

 

Als wethouder van Haarlem zag ik de ambtenaren binnenkomen met hun plannen en dromen, waar weken over gedacht was. Ik was het er niet altijd mee eens, keurde ze dan af en kon me voorstellen dat ik op zo’n moment dan wel eens gehaat werd. Dat is van alle tijden en alle gemeenten. Misschien biedt dit lied wat troost aan trieste en teleurgestelde ambtenaren en burgers.

1. O, als ambtenaar heb je wat af te klagen

Maar toch: Het overdrijven moet je niet

Je hebt immers een baan,

En laat de burgers in de waan

Dat het voor hèn is wat je uit je koker giet

Al drie jaar zit u te wachten op een antwoord

Als het aan mij lag, kreeg u hartstikke gelijk

Maar het ligt nog in de kast,

van zo'n arrogante kwast

Bij zo'n wethouder bent u het aardse slijk

 

refrein: Zonder wethouders werd het pas vrolijk leven

Zonder wethouders, daar kan je van op aan

Werd het leven grandioos,

openbaring, zorgeloos

Zonder wethouders zou alles beter gaan

 

 

2. O, als ambtenaar maak je de mooiste plannen

Weken zweten op die ene gouden greep

Naar de Grote Markt ermee,

Voor een paraaf bij je idee

Maar door je plannetje zet hij een grote streep

refrein: Zonder wethouders werd het pas vrolijk leven

Zonder wethouders, daar kan je van op aan

Werd het leven grandioos,

openbaring, zorgeloos

Zonder wethouders zou alles beter gaan

 

 

3. Kijk daar staat hij het applaus weer op te vangen

Ach, hij weet toch vaak niet eens waar het om draait

Je schrijft z'n teksten ied're keer

Herstelt z'n fouten telkens weer

Hij haalt de krant en jij voelt je genaaid

refrein (2x): Zonder wethouders werd het pas vrolijk leven

Zonder wethouders, daar kan je van op aan

Werd het leven grandioos

openbaring, zorgeloos

Zonder wethouders zou alles beter gaan


14. Je bent wel veranderd, Amsterdam

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, zondag 11 augustus 1974

BUMA/STEMRA

geschreven als inzending voor de liedjescompetitie bij het vermeende 700-jarig bestaan van de stad Amsterdam in 1975 (in werkelijkheid was dat niet in 1975, maar is dat pas in 2003).

Het liedje viel niet in de prijzen

 

Amsterdam verandert voortdurend, maar blijft vreemd genoeg toch altijd zichzelf.

1. Amsterdam, je bent niet meer bark en klippers in de haven

Amsterdam, je ziet nooit meer koetsiers met apies draven

En nergens in de stad zie je nog baaierokken

Ver in de Bijlmer woont de Jordaan in grijze blokken

Amsterdam, is er nog vuur in wat mensen van je zingen

Je charme lijkt begraven in wat bleef: herinneringen

En ergens is één zaak waar je nog zuur kan kopen

Wanneer kan iemand rustig nog langs je grachten lopen?

 

refrein: Maar dan opeens staat er zo'n pierement

aan 't einde van een steeg

en Mokums hart, dat zingt

alsof het nimmer zweeg

En dan opeens

in weer zo 'n bruin café

zingt heel de volle zaak

een Mokums deuntje mee

 

Je bent wel veranderd, Amsterdam

Het maakt me niet uit waardoor het kwam

Toch bleef je gein en schuimend bier

een haring met uien, ros' vertier

Amsterdam, Amsterdam

 

 

2. Amsterdam, je werd een stad vol met plastic warenhuizen

Je kreeg asfalt op je straat en afval in je sluizen

Voor hoogbouw van beton brak men je oude botten

En wat nog overbleef dreigt nu langzaam te verrotten

Amsterdam, en wat je hoort van't Spui tot aan de haven

is Engels, Frans, Japans of Duits, steeds meer zie je er draven

met lenzen op hun buik en munten in hun handen

Als dat maar zo blijft doorgaan zal geld je nog verbranden

 

refrein: Maar dan opeens

staat er zo'n pierement

aan 't einde van een steeg

en Mokums hart, dat zingt

alsof het nimmer zweeg

En dan opeens

in weer zo 'n bruin café

zingt heel de volle zaak

een Mokums deuntje mee

 

Je bent wel veranderd, Amsterdam

Het maakt me niet uit

waardoor het kwam

Toch bleef je gein en schuimend bier

een haring met uien, ros' vertier

Amsterdam, Amsterdam

Je bent wel veranderd, Amsterdam

Het maakt me niet uit

waardoor het kwam

Toch bleef je gein en schuimend bier

een haring met uien, ros' vertier

Amsterdam, Amsterdam


15. Het Westelijk Tuinbouwgebied-lied

Tekst en muziek. Paul Marselje, Haarlem-Ramplaankwartier 5 maart 2005-03-05, 14 uur

BUMA/STEMRA

 

Voor de opening van de tentoonstelling in het ABC Architectuurcentrum Haarlem (Groot-Heiligland 47) over het Westelijk Tuinbouwgebied zaterdag 5 maart 2005, 15 uur

 

Haarlemmers hebben in de stad niet veel groen, dus moeten ze zuinig zijn op de groene randen van de stad. Eén ervan is het Westelijk Tuinbouwgebied, vlak buiten het dichtbebouwde Haarlem-west. Ik heb voor het behoud ervan met succes gestreden. Maar de dreiging blijft. Ik ook.

refrein: Het Westelijk Tuinbouwgebied-lied

Wie zingt het niet

Wie kan zich nog bedwingen?

Het Westelijk Tuinbouwgebied-lied

Waar je geniet

Wie wil daarvan niet zingen?

 

1. Geef mij terug de glorietijd

Van tuindersvlijt en boten vol

Met groenten naar een veiling

Waaraan de tijd voorbijging

Onder de hoge bruggen door

Zong men in koor de glorie van

De bollen en de groentetuin

Zo vlak onder de duinenkruin +refrein

 

2. Maar er is meer dan tuinderij

En ik wordt blij van wat ik vind

Het schoonste water van de stad

Je raadt het al; waar vindt je dat

Een open tuin tegen het duin

Een groot fortuin, bescherm het maar

Voor stedeling en de natuur

Al is de prijs ook nog zo duur +refrein

 

3. Maar soms klinkt er een and’re deun

Een echte dreun vol heipalen

En plannen vol van stenen

Dat doet Haarlemmers wenen

Ze dwalen door de Leidsebuurt

Waar dichtheid schuurt in rijen

Ze vinden er geen park of groen

Waar moet je het dan wel mee doen? +refrein

 

4. Een weer een ander zingt de lof

verdient graag grof aan grondverkoop

Dat mag hij dan graag willen

Maar mij doet zoiets rillen

Zijn plannen lijken wonderschoon

Vol groenvertoon en waterpracht

Maar steun van ons dat komt er nooit

Waarmee hij ook zijn plannen tooit  +refrein


16. De Ballade van Lange Jaap

muziek en tekst: Paul Marselje, 16 januari 2005

BUMA / STEMRA

Voor het 10-jarig ambtsjubileum van de Haarlemse burgemeester Jaap Pop, gepubliceerd in de weekendbijlage van Haarlems Dagblad 19 januari 2005

 

Het is een bijzondere man, die burgemeester Jaap

1. Laatst liep ik door de Spaarnestad

Daar heb ik veel plezier gehad

Maar soms ook wel geleden

Ik zag zoveel dat anders was

En soms vertraagde ik m’n pas

Als ik keek naar het heden

 

refrein: Maar gelukkig zag ik Jaap Pop er weer

Hij ging met z’n  camera flink te keer

Bestuurder zonder kiezersmandaat

Die hier toch graag zijn sporen laat

 

 

2. Nooit zat je aan de and’re kant

Je reisde door het hele land

Alleen als burgervader

Jaap, laat je toch eens kiezen, man

Want als een echt gekozene dan

Kom je de burger nader

 

refrein: En gelukkig zie ik Jaap Pop steeds weer

Hij gaat met z’n  camera flink te keer

Bestuurder zonder kiezersmandaat

Die hier toch graag zijn sporen laat

 

 

3. Men noemt je wel eens ‘Lange Jaap’

En waar ik mij soms aan vergaap

Zijn inderdaad je tenen

Een vulpennenverzamelaar

Behalve in de raad want daar

Doen Vulpennen je wenen

 

refrein: Maar gelukkig zie ik Jaap Pop steeds weer

Hij gaat met z’n  camera flink te keer

Bestuurder zonder kiezersmandaat

Die hier toch graag zijn sporen laat

 

 

4. Straks valt het doek, je werk voorbij

De ene treurt, dan ander blij

Maar wat zijn jouw gedachten?

Dat bleef mij bij toen ik daar ging

Is wat jij blijft herinnering

Wat mag ik straks verwachten?

 

refrein: Of zie ik in Haarlem Jaap Pop straks weer

Ga jij dan met je camera nog te keer

In onze mooie Spaarnestad

Die jou als burgervader had


17. Diemen

muziek en tekst: Paul Marselje, 1975

BUMA/STEMRA

Geschreven in opdracht van de Gemeente Diemen voor de viering van het 751-jarig bestaan van Diemens stadsrechten. Het 750-jarig bestaan had men over het hoofd gezien, tot een gemeenteambtenaar eind 1974 plotseling de betreffende akte van de Graven van Holland op de zolder van het stadhuis terugvond.

 

Hoe Diemen zijn grote buur Amsterdam in de schaduw zette.

1. Diemen doet de deur dicht door de domste dingen

Over één ervan wil ik u nu gaan zingen

Over steden, stadjes, stadions en ambtenarenvlijt

En Amsterdam, die grote stad raakte z'n glorie kwijt

Achter Ajax lag een dorp zonder pretenties

Tegenover Amsterdam geen vier dimensies

Dorpje onder rook van grote broer stilzwijgend verder gaan

En buigen voor des Mokums overdreven grootheidswaan

 

refrein: Diemen!

De dag dat je trots door je straten

kon lopen als burgers met zelfrespect

was al gisteren; gisteren boog je nog

Vandaag moet het hek van de Dam!

 

 

2. Zevenhonderd jaren Amsterdam leek prachtig

O, wat was die oude Amstelstad toch machtig

Zevenhonderd jaar is veel als je er goed bij stil gaat staan

En hoe moet je als Diemenaar dan trots de straat op gaan?

Laat de burgerij maar zwetsen over falen

Toen een ambtenaar toevallig wat moest halen

Op de zolder ten stadhuizeen een oude akte vond

Waarin de leeftijd van het oude Diemen stond

 

refrein: Diemen!

De dag dat je trots door je straten

kon lopen als burgers met zelfrespect

was al gisteren; gisteren boog je nog

Vandaag moet het hek van de Dam!

 

 

3. Zevenhonderd vijftig jaar, verrek, da's langer

Amsterdam z'n moeder was nog lang niet zwanger

Toen men vijftig jaren eerder Diemens stadsrecht had gebaard

Nou, dat was mazzel, ook al was het feest bijna verjaard

Diemen doet de deur dicht door de domste dingen

Over één ervan ben ik u nu gaan zingen

Over steden, stadjes, stadions en ambtenarenvlijt

En Amsterdam, die grote stad raakte z'n glorie kwijt

 

Refrein 2x: Diemen!

De dag dat je trots door je straten

kon lopen als burgers met zelfrespect

was al gisteren; gisteren boog je nog

Vandaag moet het hek van de Dam!


18. Dag Haarlem

tekst: Lennaert Nijgh / muziek: Coby Schreijer

 

Dit is het enige liedje op deze CD waaraan ik niet heb geschreven. Ik sluit er in Haarlem mijn optredens vaak mee af. Het is een slaapliedje, met één van de eerste teksten van Lennaert Nijgh, op muziek gezet door Coby Schreijer. Zij was in de zestiger jaren van de vorige eeuw gastvrouw in de fameuze Waagtaveerne aan het Spaarne, waar zo veel muziekgeschiedenis geschreven werd.

refrein:  Dag Haarlem, tot morgen,

slaap maar lekker

Lourens Coster houdt de wacht

Droom van tulpen en narcissen

Droom van waterriet en lissen

Dag m’n bloemenstad,

ik wens je goedenacht

Slaap maar lekker,

Lourens Coster houdt de wacht

 

 

1. Nu de straten zijn verlaten

en Haarlem slaapt daarbuiten

hoor je zacht de nachtwind fluiten

liedjes van het wijde land

 

De lantaren aan het Spaarne

staat samen met de sterren

stil te staren naar de verre

lichtjes aan de overkant

 

Dan vergeet je weer een beetje

de zorgen van het heden

Waant je t'rug in het verleden

in de tijd van Hildebrand

 

refrein:  Dag Haarlem, tot morgen,

slaap maar lekker

Lourens Coster houdt de wacht

Droom van tulpen en narcissen

Droom van waterriet en lissen

 Dag m’n bloemenstad,

ik wens je goedenacht

Slaap maar lekker,

Lourens Coster houdt de wacht

 

 

2. De Damiaatjes houden praatjes

daarboven in de toren

Als je luistert kun je horen

Ze vertellen elkaar wat

 

De schandaaltjes en verhaaltjes

de zorgen en de wensen

die ze weten van de mensen

daar beneden in de stad

 

En ze  luist'ren naar het fluist'ren

van  mensen die beneden

doen wat alle mensen deden

sedert Adam Eva had

 

refrein:  Dag Haarlem, tot morgen,

slaap maar lekker

Lourens Coster houdt de wacht

Droom van tulpen en narcissen

Droom van waterriet en lissen

 Dag m’n bloemenstad,

ik wens je goedenacht

Slaap maar lekker,

Lourens Coster houdt de wacht


19. Spoor 3a

muziek en tekst: Paul Marselje, Haarlem-Indischestraat, augustus 1969

BUMA/STEMRA, 23-2-71
Intersong-Basart Publishing Group B.V., 25-4-1972

 

Geschreven nadat ik met collega André Koers een weddenschap was aangegaan. Paul en André stonden samen op Spoor 3a en keken naar het meisje. André zei dat het niet mogelijk was over dit meisje, waarmee nooit was gesproken, een heel liedje te schrijven. Paul dacht van wel. Paul won de weddenschap en kort daarna ook de 'Tour de Troubadour, een Haarlemse talentenjacht in de Haarlemse Vishal, met dit liedje.

Gerrit den Braber vond het liedje, samen met 'Fictie-vrouwtje’, niet goed genoeg voor Paul’s eerste LP. Hij wilde er twee andere nummers op hebben. besloten werd dat ieder één liedje zou uitkiezen uit de vier overgebleven nummers. Paul koos 'Spoor 3a'. Achteraf was de commerciële afdeling van Phonogram het daar roerend mee eens, waarna de LP zelfs 'Spoor 3a' ging heten.

1. Ik zag je op een morgen
op het Haarlemse station
als een oase in de sfeer
die hangt op zo'n perron

Jij was je niets bewust
Je keek niet eens naar mij
De sneltrein naar Parijs
reed denderend voorbij


refrein: Je blonde haar leek schaduwzwart
tegen het licht van de morgenzon
't Was daar bij spoor 3a
dat de dag pas goed begon

 

2. Er stonden heel wat mensen
maar jij stond daar alleen
Je leek m'n mooiste droom
maar jij keek langs me heen

Ik stond daar dicht bij jou
dat maakte me toen blij
De sneltrein naar Parijs
reed denderend voorbij
+refrein

 

3. Je stapte in dezelfde trein
kwam zelfs in m'n coupé
Ik voelde me gelukkig
al zei je blik ook 'nee'

Al was er niets te zien
je keek ver in de lucht
Zo ging je ongemerkt
steeds voor me op de vlucht
+refrein

 

4. Er stond een and're man
op het Amsterdams Centraal
Je zag alleen maar hem
M'n morgen werd toen kaal
+refrein

.